HR, 12-03-2024, nr. 22/04548
ECLI:NL:HR:2024:321
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12-03-2024
- Zaaknummer
22/04548
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2024:321, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑03‑2024; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
In cassatie op: ECLI:NL:GHARL:2022:10255
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2024:78
- Vindplaatsen
Uitspraak 12‑03‑2024
Inhoudsindicatie
Poging tot doodslag (art. 287 Sr), bedreiging, meermalen gepleegd (art. 285.1 Sr), afpersing op de openbare weg, meermalen gepleegd (art. 317.3 jo. 312.2.1 Sr), voorhanden hebben van vuurwapen en munitie (art. 26.1 WWM) diefstal op de openbare weg (art. 312.2.1 Sr) en beschadiging van auto (art. 350.1 Sr). TBS met dwangverpleging opgelegd. 1. Afwijzing verzoeken m.b.t. (te benoemen) deskundige op gebied van biologische sporen. 2. Had hof verweer m.b.t. (gewijzigde) verklaring van fietsenhandelaar moeten opvatten als uitdrukkelijk onderbouwd standpunt a.b.i. art. 359.2 Sv? 3. Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen. Toewijzing vorderingen b.p.’s en oplegging schadevergoedingsmaatregelen toereikend gemotiveerd gelet op standpunt raadsvrouw? 4. Verweer raadsvrouw m.b.t. oplegging TBS-maatregel, inhoudende dat niet is voldaan aan wettelijke eisen die worden gesteld aan oplegging van die maatregel. Art. 37a.1.1 en 37b.1 Sr. 5. Strafmotivering (gevangenisstraf van 14 jaren). Had hof gelet op strafmaatverweer rekening moeten houden met gewijzigde regeling omtrent voorwaardelijke invrijheidstelling? HR: art. 81.1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 22/04548
Datum 12 maart 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 november 2022, nummer 21-004703-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
hierna: de verdachte.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M. Berndsen, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur en aanvullende schrifturen cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de cassatiemiddelen
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren T. Kooijmans en C.N. Dalebout, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 maart 2024.