JWB 2016/164
Insolventierecht
HR 22-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:731
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 april 2016
- Zaaknummer
16/00463
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Insolventierecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:731, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:287, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑03‑2016
- Wetingang
Essentie
Insolventierecht
Samenvatting
Casus
Aanleiding voor deze procedure de beëindiging van de wettelijke schuldsaneringsregeling vanwege schending van de informatieplicht en het niet afdragen van bedragen aan de boedel.
Rechtsvraag
-
Beslissing
De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep niet-ontvankelijk. De Hoge Raad is namelijk van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden. In dat verband verwijst de Hoge Raad naar het standpunt van de Procureur-Generaal onder 2 – 6.