Bindend advies
Einde inhoudsopgave
Bindend advies (O&R nr. 74) 2012/2.2.2.1:2.2.2.1 Algemeen
Bindend advies (O&R nr. 74) 2012/2.2.2.1
2.2.2.1 Algemeen
Documentgegevens:
Pauline Elisabeth Ernste, datum 01-07-2012
- Datum
01-07-2012
- Auteur
Pauline Elisabeth Ernste
- JCDI
JCDI:ADS355948:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Alternatieve geschillenbeslechting
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
EHRM 27 februari 1980, serie A, vol. 35; NJ 1980/561(Deweer), § 49; EHRM 12 februari 1985, serie A, no. 86; NJ 1986/685(Colozza), § 28; EHRM 23 mei 1991, serie A, no. 204; NJ 1992/456(Oberschlick), § 51. Uit deze uitspraken blijkt dat partijen slechts vrijwillig en ondubbelzinning afstand kunnen doen van het recht op toegang tot de rechter (§ 3.2).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Aan de totstandkoming van een bindend advies dient een rechtsverhouding ten grondslag te liggen waaruit voortvloeit dat partijen een tussen hen bestaand geschil of in de toekomst rijzende geschillen willen laten beslechten door een bindend adviseur. Hieronder komen de verschillende rechtsverhoudingen aan bod die aan een bindend advies ten grondslag kunnen liggen. Deze rechtsverhoudingen kunnen van contractuele aard zijn, in dat geval wordt gesproken van de bindend-adviesovereenkomst, maar dit hoeft blijkens art. 7:906 BW niet altijd het geval te zijn. Uit de aan een bindend advies ten grondslag liggende rechtsverhouding dient voort te vloeien dat partijen vrijwillig en ondubbelzinnig afstand doen van het recht op toegang tot de overheidsrechter. Op grond van art. 6 lid 1 EVRM en art. 17 Gw hebben partijen recht op toegang tot de overheidsrechter, waarvan partijen enkel vrijwillig en ondubbelzinnig afstand kunnen doen (§ 3.2).1