BNB 2014/22
Verhuur onroerend goed. Terbeschikkingstelling kamers aan prostituees. Invloed van werkzaamheden beheerder
HR 06-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:1438, m.nt. B.G. van Zadelhoff
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 december 2013
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Van Vliet, Punt, Koopman, Van Kalmthout
- Zaaknummer
12/03383
- Noot
B.G. van Zadelhoff
- JCDI
JCDI:ADS915987:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1438, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑07‑2012
- Wetingang
Art. 11 lid 1 onderdeel b Wet OB 1968; art. 135 lid 1 onderdeel l BTW-richtlijn 2006
Essentie
Verhuur onroerend goed. Terbeschikkingstelling kamers aan prostituees. Invloed van werkzaamheden beheerder
Samenvatting
Belanghebbende stelt tegen vergoeding en telkens voor een dagdeel kamers met zogeheten vitrines ter beschikking aan prostituees. Zij beschikt over een vergunning voor het exploiteren van een seksinrichting. In deze vergunning zijn voorwaarden vermeld inzake de inrichting en de bedrijfsvoering. Voor het Hof was in geschil of de door belanghebbende jegens de prostituees verrichte prestaties moeten worden aangemerkt als (vrijgestelde) verhuur van een onroerende zaak. Het Hof heeft geoordeeld dat de terbeschikkingstelling van de kamers met vitrines is te onderscheiden van de aanvullende werkzaamheden die niet door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.