NJB 2015/258
Uitvoer van afvalstoffen naar China zonder CCIC-certificaat: in casu ging China niet uit van een uitvoerverbod als bedoeld in art. 36 EVOA, zodat geen sprake is van ‘illegale overbrenging’ als bedoeld in art. 2 onder 35 sub f EVOA zoals strafbaar gesteld in art. 10.60 lid 2 Wm
HR 20-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:95
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 januari 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
14/00470
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:95, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2703, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2014
- Wetingang
(EVOA art. 35, 36, 37; Wm art. 10.60)
Essentie
Uitvoer van afvalstoffen naar China zonder CCIC-certificaat: in casu ging China niet uit van een uitvoerverbod als bedoeld in art. 36 EVOA, zodat geen sprake is van ‘illegale overbrenging’ als bedoeld in art. 2 onder 35 sub f EVOA zoals strafbaar gesteld in art. 10.60 lid 2 Wm
Uitspraak
Inleiding
OM-cassatie. Verdachte is door de economische kamer van het gerechtshof integraal vrijgesproken van – kort gezegd – zowel de primair als subsidiair tenlastegelegde, al dan niet opzettelijke, overtredingen van voorschriften met betrekking tot de uitvoer van afvalstoffen naar China.
In de tenlastelegging was onder meer opgenomen (primair) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.