Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot regeling van de samenwerking in de Eemsmonding (Eems-Dollardverdrag)
Bijlage B Definities bij artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1963
- Bronpublicatie:
08-04-1960, Trb. 1960, 69 (uitgifte: 18-07-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-07-1963, Trb. 1963, 114 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
§ 1
Onder ‘Eemsmonding’ wordt verstaan het gebied binnen de volgende lijnen:
in zee
de buitengrens van de territoriale zee;
van het snijpunt van de buitengrens van de territoriale zee met de 6 m dieptelijn langs de noordoostzijde van de Wester Eems
de 6 m dieptelijn langs de noordoostzijde van de Wester Eems en van het Ranselgat volgende in zuidoostelijke richting tot voor het kustlicht Binnen Ransel, van daar overspringend naar de 6 m dieptelijn langs de noordoostzijde van het Vaarwater door de Eemshorn en deze 6 m dieptelijn volgende tot het snijpunt met de breedtegraad 53° 26′ 34″ N;
van het snijpunt van de 6 m dieptelijn met de breedtegraad 53° 26′4″ N
deze breedtegraad in oostelijke richting volgende tot het snijpunt met de buitenteen van de dijk, deze dijksteen volgende in ongeveer zuidelijke richting tot de vooruitspringende hoek van de dijk ten westen van Rysum, ongeveer gelegen 53° 22′ 50″ N en 7° 00′ 54″ E, verder de buitenteen van de in aanleg zijnde afsluitdam en de daaraan aansluitende leidam volgende tot Knock;
van Knock
volgende de buitenteen van de dijk langs het Emder Vaarwater en de Boven Eems tot de grens der gemeenten Jarssum en Widdelswehr bij km 35,785 van de Eems;
van de grens der gemeenten Jarssum en Widdelswehr bij km 35,785 van de Eems
langs een rechte lijn in ongeveer zuidelijke richting tot triangulatiepunt Pogum I (Messtischblatt 2609 Emden) op de hoek van de dijk ten westen van Pogum, ongeveer gelegen 53° 19′ 11″ N en 7° 14′ 58″ E;
van triangulatiepunt Pogum I (Messtischblatt 2609 Emden) op de hoek van de dijk ten westen van Pogum, ongeveer gelegen 53° 19′ 11″ N en 7° 14′ 58″ E,
de buitenteen van de dijk langs de Dollard volgende, de oeverlijn van de Hoek van Reide en de buitenteen van de dijk langs de Bocht van Watum volgende tot de noordoostelijke hoek van de dijk bij Het Oude Schip, ongeveer gelegen 53° 26′ 05″ N en 6° 52′ 04″ E;
van de noordoostelijke hoek van de dijk bij Het Oude Schip, ongeveer gelegen 53° 26′ 05″ N en 6° 52′ 04″ E,
in ongeveer noordoostelijke richting tot het snijpunt van de 6 m dieptelijn langs de zuidwestzijde van het Doekegat met de breedtegraad 53° 26′ 34″ N;
van het snijpunt van de 6 m dieptelijn aan de zuidwestzijde van Tiet Doekegat met de breedtegraad 53° 26′ 34″ N
de 6 m dieptelijn langs de zuidwestzijde van het Doekegat en de Oude Wester Eems volgende in ongeveer noordwestelijke richting; vandaar overspringend naar de 6 m dieptelijn langs de zuidwestzijde van het Horsborngat (zodanig dat de uitspringende tong van de Horsbornplaat binnen de Eemsmonding ligt); verder de 6 m dieptelijn volgende langs de zuidwestzijde van het Horsborngat en langs de zuidzijde van het Huibertgat in ongeveer westelijke richting tot het noordelijkste punt van de 6 m dieptelijn, ongeveer gelegen 53° 34′ 24″ N en 6° 21′ 54″ E;
van het noordelijkste punt van de 6 m dieptelijn, ongeveer gelegen 53° 34′ 24″ N en 6° 21′ 54″ E,
de breedtegraad 53° 34′ 24″ N volgend in westelijke richting tot het snijpunt van de breedtegraad met de buitengrens van de territoriale zee; vervolgens de buitengrens van de territoriale zee volgend.
Tot de Eemsmonding behoren niet de aanwezige havens, aanlegplaatsen en afvoerkanalen der uitwateringssluizen; de begrenzing van de Eemsmonding volgt bij de havens, aanlegplaatsen en afvoerkanalen der uitwateringssluizen de buitenzijde van de havenhoofden en van de andere bouwwerken alsmede de verbindingslijnen van de koppen der havenhoofden of de buitenkoppen van de overige bouwwerken.
§ 2
Onder ‘Bocht van Watum’ wordt verstaan het gebied binnen de volgende lijnen:
van de noordoostelijke hoek van de dijk bij Het Oude Schip, ongeveer gelegen 53° 26′ 05″ N en 6° 52′ 04″ E,
in ongeveer noordoostelijke richting tot het snijpunt van de 6 m dieptelijn langs de zuidwestzijde van het Doekegat met de breedtegraad 53° 26′ 34″ N; van dit snijpunt in ongeveer zuidoostelijke richting tot het punt 53° 25′ 42″ N en 6° 55′ 00″ E;
van het punt 53° 25′ 42″ N en 6° 55′ 00″ E
in ongeveer zuidelijke richting over de drempel tussen de Hond en de Paap tot het punt 53° 22′ 00″ N en 6° 55′ 39″ E;
van het punt 53° 22′ 00″ N en 6° 55′ 39″ E
in ongeveer zuidoostelijke richting tot het punt 53° 19′ 36″ N en 6° 59′ 40″ E, van dit punt in ongeveer oostelijke richting over de drempel tussen de Paap en de Geise tot het punt ongeveer gelegen 53° 19′ 18″ N en 7° 02′ 44″ E;
van het punt ongeveer gelegen 53° 19′ 18″ N en 7° 02′ 44″ E
in ongeveer zuidelijke richting langs de verbindingslijn tussen de lichttoren van Knock en de kerktoren van Termunten tot het snijpunt van deze verbindingslijn met de buitenteen van de dijk;
van het snijpunt van de verbindingslijn tussen de lichttoren van Knock en de kerktoren van Termunten met de buitenteen van de dijk
de buitenteen van de dijk volgende tot het uitgangspunt aan de noordoostelijke hoek van de dijk bij Het Oude Schip, ongeveer gelegen 53° 26′ 05″ N en 6° 52′ 04″ E.
§ 3
Onder ‘gebied ten zuiden van de Geisedam’ wordt verstaan het gebied binnen de volgende lijnen:
van het snijpunt van de buitenteen van de dijk op de Nederlandse oever met de verbindingslijn tussen de lichttoren van Knock en de kerktoren van Termunten
deze verbindingslijn in ongeveer noordelijke richting volgende tot het punt ongeveer gelegen 53° 19′ 18″ N en 7° 02′ 44″ E;
van het punt ongeveer gelegen 53° 19′ 18″ N en 7° 02′ 44″ E
in ongeveer oostelijke richting tot het punt 53° 19′ 13″ N en 7° 11′ 35″ E;
van het punt 53° 19′ 13″ N en 7° 11′ 35″ E
in ongeveer zuidelijke richting tot het snijpunt van de buitenteen van de dijk aan de zuidzijde van de Dollard met de Nederlands-Duitse grens zoals vastgesteld bij het op 2 juli 1824 te Meppen ondertekende grensverdrag tussen Nederland en Hannover;
van het snijpunt van de buitenteen van de dijk aan de zuidzijde van de Dollard met de Nederlands-Duitse grens
de buitenteen van de dijk langs de Dollard volgende, de oeverlijn van de Hoek van Reide en de buitenteen van de dijk op de Nederlandse oever volgende tot het uitgangspunt, het snijpunt van de buitenteen van de dijk op de Nederlandse oever met de verbindingslijn tussen de lichttoren van Knock en de kerktoren van Termunten.
§ 4
Onder de ‘verbindingslijn tussen de grote lichttoren van Borkum en de Grote Kaap van Rottumeroog’ wordt verstaan de lijn
van de grote lichttoren van Borkum,
ongeveer gelegen 53° 35′ 25″ N en 6° 39′ 46″ E
tot de Grote Kaap van Rottumeroog,
ongeveer gelegen 53° 32′ 42″ N en 6° 34′ 37″ E.
§ 5
Onder de ‘verbindingslijn tussen de lichttoren van Knock en de kerktoren van Termunten’ wordt verstaan de lijn
van de lichttoren van Knock,
ongeveer gelegen 53° 20′ 25″ N en 7° 02′ 39″ E
tot de kerktoren van Termunten,
ongeveer gelegen 53° 17′ 58″ N en 7° 02′ 50″ E.
§ 6
Onder ‘hoofdvaarwater’ wordt verstaan de door de Verdragsluitende Partijen hoofdzakelijk gemeenschappelijk gebruikte vaarweg beginnend bij
de buitengrens van de territoriale zee;
verder volgende
het Huibertgat en de Wester Eems, de Oude Wester Eems en het Ranselgat;
verder volgende
het Doekegat;
verder volgende
het Oost-Friesche Gaatje
tot
de verbindingslijn tussen de lichttoren van Knock en de kerktoren van Termunten.
§ 7
Onder ‘noordelijke toegang van het hoofdvaarwater tot de Bocht van Watum’ wordt verstaan:
de vaarweg van het hoofdvaarwater over de drempel tussen de zandbanken Robbenplaat en Hond.
§ 8
Onder ‘zuidelijke toegang van het hoofdvaarwater tot de Bocht van Watum’ wordt verstaan:
de vaarweg van het hoofdvaarwater over de drempel tussen de zandbanken Paap en Geise.
§ 9
Onder het ‘Emder vaarwater’ wordt verstaan het gebied binnen de volgende lijnen:
van het snijpunt van de buitenteen van de dijk op de Duitse oever met de verbindingslijn tussen de lichttoren van Knock en de kerktoren van Termunten
de buitenteen van de dijk in ongeveer oostelijke richting volgende tot het punt 53° 20′ 12″ N en 7° 09′ 38″ E;
van het punt 53° 20′ 12″ N en 7° 09 ′38″ E
in zuidelijke richting tot het punt ongeveer gelegen 53° 19′ 14″ N en 7° 09′ 38″ E;
van het punt ongeveer gelegen 53° 19′ 14″ N en 7° 09′ 38″ E
in ongeveer westelijke richting tot het punt ongeveer gelegen 53° 19′ 18″ N en 7° 02′ 44″ E;
van het punt ongeveer gelegen 53° 19′ 18″ N en 7° 02′ 44″ E
de verbindingslijn tussen de lichttoren van Knock en de kerktoren van Termunten in ongeveer noordelijke richting volgende tot het uitgangspunt, het snijpunt van de buitenteen van de dijk op de Duitse oever met de verbindingslijn tussen de lichttoren van Knock en de kerktoren van Termunten.
§ 10
Onder ‘Boven Eems’ wordt verstaan het gebied binnen de volgende lijnen
van het punt 53° 20′ 12″ N en 7° 09′ 38″ E
de buitenteen van de dijk volgende tot de grens der gemeenten Jarssum en Widdelswehr bij km 35,785 van de Eems;
van de grens der gemeenten Jarssum en Widdelswehr bij km 35,785 van de Eems
langs een rechte lijn in ongeveer zuidelijke richting tot triangulatiepunt Pogum I (Messtischblatt 2609 Emden) op de hoek van de dijk ten westen van Pogum, ongeveer gelegen 53° 19′ 11″ N en 7° 14′ 58″ E;
van triangulatiepunt Pogum I (Messtischblatt 2609 Emden) op de hoek van de dijk ten westen van Pogum, ongeveer gelegen 53° 19′ 11″ N en 7° 14′ 58″ E,
in ongeveer westelijke richting tot het punt ongeveer gelegen 53° 19′ 14″ N en 7° 09′ 38″ E;
van het punt ongeveer gelegen 53° 19′ 14″ N en 7° 09′ 38″ E
in noordelijke richting tot het uitgangspunt, het punt 53° 20′ 12″ N en 7° 09′ 38″ E.