Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 952/2013 vaststelling douanewetboek van de Unie
Artikel 56 Gemeenschappelijk douanetarief en -toezicht
Geldend
Geldend vanaf 30-10-2013
- Bronpublicatie:
09-10-2013, PbEU 2013, L 269 (uitgifte: 10-10-2013, regelingnummer: 952/2013)
- Inwerkingtreding
30-10-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-2013, PbEU 2013, L 269 (uitgifte: 10-10-2013, regelingnummer: 952/2013)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
1.
De verschuldigde invoer- en uitvoerrechten zijn gebaseerd op het gemeenschappelijk douanetarief.
Andere maatregelen die op grond van Uniebepalingen met betrekking tot specifieke gebieden in het kader van het goederenverkeer zijn vastgesteld, worden, in voorkomend geval, volgens de tariefindeling van deze goederen toegepast.
2.
Het gemeenschappelijk douanetarief omvat al het volgende:
- a)
de gecombineerde nomenclatuur van goederen als vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 2658/87;
- b)
iedere andere nomenclatuur waarin de gecombineerde nomenclatuur geheel of gedeeltelijk of eventueel met toevoeging van verdere indelingen is overgenomen en die voor de toepassing van tariefmaatregelen in het kader van het goederenverkeer bij specifieke Uniebepalingen is vastgesteld;
- c)
de conventionele of gewone autonome douanerechten van toepassing op goederen die onder de gecombineerde nomenclatuur vallen;
- d)
de preferentiële tariefmaatregelen in de overeenkomsten die de Unie met bepaalde landen of gebieden dan wel groepen van landen of gebieden buiten het douanegebied van de Unie heeft gesloten;
- e)
de preferentiële tariefmaatregelen die door de Unie ten aanzien van bepaalde landen of gebieden dan wel groepen van landen of gebieden buiten het douanegebied van de Unie unilateraal zijn vastgesteld;
- f)
de autonome maatregelen waarbij voor bepaalde goederen in een verlaging of een vrijstelling van douanerechten is voorzien;
- g)
de gunstige tariefbehandeling voor bepaalde goederen op grond van hun aard of bijzondere bestemming in het kader van de onder c) tot en met f) of onder h) bedoelde maatregelen;
- h)
de overige tariefmaatregelen waarin landbouw- of handelsvoorschriften of overige Unievoorschriften voorzien.
3.
Indien de betrokken goederen voldoen aan de voorwaarden die in de in lid 2, onder d) tot en met g), vastgestelde maatregelen zijn vervat, treden de in die bepalingen bedoelde maatregelen op aanvraag van de aangever in de plaats van de onder c) van dat lid genoemde maatregelen. Deze aanvraag kan achteraf worden ingediend zolang aan de in de toepasselijke maatregel of het wetboek vastgestelde termijnen en voorwaarden is voldaan.
4.
Indien de toepassing van de in lid 2, onder d) tot en met g), bedoelde maatregelen of de vrijstelling van de onder h) van dat lid bedoelde maatregelen tot een bepaald invoer- of uitvoervolume wordt beperkt, neemt deze toepassing of vrijstelling, in het geval van tariefcontingenten, een einde zodra het vastgestelde invoer- of uitvoervolume is bereikt.
In het geval van tariefplafonds houdt deze toepassing op bij besluit van de Unie.
5.
Het in het vrije verkeer brengen of de uitvoer van goederen waarop de in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen van toepassing zijn, kan worden onderworpen aan toezicht.