NJB 2014/1911:Wet Bopz. Voorwaardelijke machtiging. De geneesheer-directeur besluit betrokkene onvrijwillig op te nemen. De rechtbank beveelt de onmiddellijke invrijheidstelling, maar beoordeelt niet of de vrijheidsbeneming onrechtmatig was. HR: 1. Vrijheidsbeneming. Rechtmatigheid. Indien in het verzoek naast invrijheidstelling, tevens een oordeel wordt gevraagd over de rechtmatigheid van de vrijheidsbeneming waartoe de geneesheer-directeur heeft besloten, dient de rechtbank te onderzoeken of de grond waarop dat besluit berust, bij het nemen daarvan bestond en of deze de onvrijwillige opneming kon rechtvaardigen. Ter zake van de verlangde rechterlijke beoordeling behoeft geen verklaring voor recht te worden gevraagd. 2. Tijdige beslissing. Zonder nadere toelichting valt niet in te zien dat de rechtbank niet tijdig heeft beslist