Rb. Amsterdam, 12-04-2016, nr. CV EXPL 15-21545
ECLI:NL:RBAMS:2016:3556
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
12-04-2016
- Zaaknummer
CV EXPL 15-21545
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2016:3556, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 12‑04‑2016; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 12‑04‑2016
Inhoudsindicatie
Zonder betaling uit parkeergarage rijden, zg. “treintje rijden”. Vordering schadevergoeding op grond van boetebedingen in de algemene voorwaarden. Toetsing boetebedingen aan Richtlijn 93/13/EEG.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 4376553 CV EXPL 15-21545
vonnis van: 12 april 2016
fno.: 393
vonnis van de kantonrechter
I n z a k e
de besloten vennootschap Q-Park Beheer B.V.
gevestigd te Maastricht
eiseres
nader te noemen: Q-Park
gemachtigde: M.M.J. Haenen
t e g e n
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
dagvaarding van 23 juli 2015 met producties;
conclusie van antwoord;
instructievonnis;
conclusie van repliek met producties;
conclusie van dupliek;
dagbepaling vonnis.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of niet (voldoende) weersproken, alsmede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden inhoud van de bewijsstukken, staat in dit geding het volgende vast:
1.1.
Q-Park is exploitant van parkeergarages en -terreinen.
1.2.
[gedaagde] heeft zijn auto op 19 juni 2015, 22 juni 2015, 24 juni 2015 en op 26 juni 2015 geparkeerd in de parkeergarage Byzantium van Q-Park geparkeerd, staande en gelegen aan de Tesselschadestraat 1G te Amsterdam.
1.3.
Toegang tot de parkeerfaciliteit kan worden verkregen door op de knop van de ticketautomaat bij de ingang te drukken, voorzien van de aanduiding “DRUK op knop voor PARKEERTICKET”. De ticketautomaat drukt vervolgens een parkeerticket af. Nadat deze uit de automaat is genomen, opent de slagboom en kan het voertuig naar binnen rijden. Vóór het verlaten van de parkeerfaciliteit, dient het parkeerticket in de betaalautomaat te worden ingegeven waarna het factuurbedrag verschijnt en na betaling daarvan wordt het parkeerticket door de betaalautomaat retour gegeven. Om uit te rijden dient het parkeerticket – nadat deze betaald is – te worden gedeponeerd in de uitritterminal waarna de slagbomen automatisch openen.
1.4.
Q-Park hanteert in haar parkeerfaciliteit Byzantium een maximaal dagtarief van € 68,00, zoals aangeduid op het informatiebord bij de inrijterminal.
1.5.
Op het informatiebord bij de inrijterminal wordt verwezen naar de algemene voorwaarden met de tekst:
Toegang en gebruik van Q-Park services uitsluitend onder toepassing van de Algemene Voorwaarden, op te vragen via www.q-park.nl of Q Park Customer Desk (…).
1.6.
De door Q-Park gehanteerde algemene voorwaarden luiden voorzover relevant:6.3 Het zogenaamde “treintje rijden” d.w.z. met twee voertuigen snel achter elkaar onder de slagboom door de parkeerfaciliteit verlaten met betaling van slechts eenmaal parkeergeld, is ten strengste verboden. De parkeerder is alsdan een direct opeisbare boete verschuldigd van € 1.000,- , onverminderd het recht van Q-Park om de werkelijke schade te vorderen.
6.5
Bij verlies of ontbreken van het parkeerbewijs, is de parkeerder voor elke dag of gedeelte daarvan dat hij gebruik heeft gemaakt van de parkeerfaciliteit, 3 maal het dagtarief verschuldigd. (…)
1.7.
[gedaagde] heeft op 19 juni 2015, 22 juni 2015, 24 juni 2015 en op 26 juni 2015 de parkeergarage Byzantuim te Amsterdam verlaten door “treintje te rijden”.
Vordering
2. Q-Park vordert dat [gedaagde] , bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:a. € 1.732,00 aan hoofdsom;b. € 259,80 aan buitengerechtelijke incassokosten;c. de wettelijke rente over € 1.732,00 vanaf 23 juli 2015 tot aan de voldoening;d. de proceskosten.
3. Q-Park vordert het dagtarief ad € 68,00, wegens het ontbreken van een parkeerbewijs, vermeerderd met een schadevergoeding (boete) die zij in dit geval heeft beperkt tot € 365,00 voor iedere keer dat [gedaagde] heeft “treintje gereden”.
4. Q-Park stelt hiertoe, kort samengevat, dat tussen partijen een overeenkomst bestaat op grond waarvan [gedaagde] zijn auto tegen de door Q-Park gehanteerde tarieven in haar parkeerparkeerfaciliteit op een (willekeurige) parkeerplaats mag parkeren. Bij de ingang van iedere parkeerfaciliteit en voor het binnenrijden worden de tarieven en algemene voorwaarden door Q-Park kenbaar gemaakt door middel van een informatiebord. Het informatiebord staat vlakbij de inritterminal. Voorts wordt doormiddel van een sticker, dus voor het naar binnenrijden gewezen op de gevolgen bij het uitrijden zonder te betalen.
5. Door de in de parkeeraccommodatie aanwezige camera’s is geconstateerd dat [gedaagde] tussen 19 juni 2015 en 26 juni 2015 vier maal met een Peugeot 207, met kenteken [kenteken] , de parkeerfaciliteit is binnengereden en uitgereden zonder te betalen door vlak achter zijn voorganger de parkeergarage te verlaten, het zogenaamde “treintje rijden”. Hierdoor is [gedaagde] volgens Q-Park in verzuim met de betaling aangezien betaling op grond van de overeenkomst vóór het verlaten van de parkeergarage dient plaats te vinden. [gedaagde] is, op grond van haar algemene voorwaarden, voor iedere keer dat hij de parkeerparkeerfaciliteit heeft verlaten zonder te betalen het dagtarief verschuldigd.
6. Voorts stelt Q-Park dat [gedaagde] conform de algemene voorwaarden voor iedere keer dat hij de parkeerparkeerfaciliteit heeft verlaten zonder te betalen een boetebedrag van maximaal € 1.000,00 van verschuldigd is. Het beding beoogt primair “treintje rijden” te voorkomen. Het “treintje te rijden” leidt volgens Q-Park tot gevaarlijke situaties in en buiten de parkeergarage. Zo kunnen slagbomen op hol slaan en doorslaan naar de andere zijde van de uit/inrit waardoor een aldaar aanwezige personenauto geraakt kan worden. Gebruikers van de parkeergarage voelen zich bovendien door het “treintje rijden” niet meer veilig.Gevaarzetting kan ook ontstaan uit aanrijdingen met voetgangers en fietsers bij de uitgang van de parkeergarage, nu deze immers verwachten dat achter ieder voertuig de slagboom sluit. “Treintje rijden” veroorzaakt bovendien kopieergedrag. Het aantal “treintje rijders” neemt toe en de boete is mede bedoeld om kopieergedrag tegen te gaan. Voor een voldoende preventieve werking is vereist dat het verschuldigde bedrag hoog genoeg is. Er is geen ander middel om “treintje rijden” tegen te gaan dat even effectief is als een boetebeding. Andere middelen, zoals hinderlijke drempels, hebben de “treintje rijders” niet gestopt, terwijl deze wel hinder voor andere klanten veroorzaken.
Voorts leidt Q-Park schade doordat zij moeten investeren in dure camerasystemen voor scherpe detectie van het “treintje rijden” en heeft zij registratiesystemen moeten aanschaffen. Deze registratiesystemen en de software dient onderhouden te worden en van updates worden voorzien. Voorts dienen de videobeelden te worden bestudeerd en moeten alle gegevens verwerkt worden. Aan de hand van het voertuig en kenteken dient een onderzoek te worden ingesteld bij het kentekenregister ten aanzien van de persoonsgegevens behorende bij het betreffende voertuig, waarvoor een advocaat is vereist. Tot slot leidt Q-Park omzetverlies omdat zij parkeergelden misloopt. [gedaagde] maakt immers bij het “treintje tijden” geen gebruik van een uitrijkaart, zodat de parkeerplek van [gedaagde] in het systeem als bezet geregistreerd blijft, terwijl deze anders opnieuw verhuurd had kunnen worden.
Verweer
7. [gedaagde] erkent dat hij op de betreffende data de parkeeraccommodatie van Q-Park heeft verlaten door “treintje te rijden”. Volgens [gedaagde] had hij haast. [gedaagde] voert voorts, kort samengevat en voorzover van belang, aan dat hij iedere keer contant betaald heeft voor het parkeerkaartje, maar dat hij daar geen bewijs meer van heeft. [gedaagde] wist niet dat er een boete op stond, dat staat nergens goed aangegeven. De algemene voorwaarden waar Q-Park naar verwijst heeft [gedaagde] niet ontvangen en zijn in de garage ook niet binnen handbereik. Bij de balie wordt slechts verwezen naar de website van Q-park.
Beoordeling
8. [gedaagde] erkent dat hij in de bewuste periode vier maal “treintje heeft gereden” in de parkeergarage Byzantium van Q-Park. Het door [gedaagde] gevoerde verweer dat hij (contant) heeft betaald, maar dat hij haast had, faalt. Ook indien [gedaagde] betaald heeft voor zijn verblijf in de parkeergarage dient hij de parkeergarage op de overeengekomen en bovendien gebruikelijke wijze te verlaten door het parkeerkaartje in de daarvoor bestemde automaat te steken en te wachten tot de slagboom opengaat. Dat heeft [gedaagde] niet gedaan.
9. Q-Park vordert op de grond van de hierboven onder 1.7 genoemde bepalingen van de algemene voorwaarden het dagtarief ad € 68,00 en een boete van € 365,00 voor iedere keer dat [gedaagde] in de bewuste periode “treintje heeft gereden” in de parkeergarage.
10. Voorzover [gedaagde] stelt dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zouden zijn, omdat deze niet bij het aangaan van de overeenkomst zijn overhandigd, overweegt de kantonrechter als volgt.
11. Als niet bestreden staat vast dat [gedaagde] door het inrijden van de parkeergarage en het kopen van een kaartje voor een parkeerplek een overeenkomst tot het leveren van een dienst is zoals met Q-Park is aangegaan. Deze dienst valt op grond van de Diensten Richtlijn 2006/123 EG onder de afdeling 6.5.2 A BW.Op grond van artikel 6:230b BW dient Q-Park haar algemene voorwaarden beschikbaar te stellen. Dit kan op de wijze als voorzien in artikel 6:230c BW.
12. Q-Park heeft - onbetwist - gesteld dat op de parkeerkaart die bij het binnenrijden van de garage wordt verstrekt, en de borden die bij de ingang en op enkele andere plekken in de garage zijn opgesteld, wordt vermeld dat op de overeenkomst algemene voorwaarden van toepassing zijn en vermeld op welk webadres deze te raadplegen zijn. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Q-Park daarmee voldaan aan de wettelijke vereisten van het voor aanvang van het sluiten van de overeenkomst ter beschikking stellen van de algemene voorwaarden.
13. Voor wat betreft de gevorderde boetes van totaal € 1.732,00 (4 x € 365,00 en 4 x € 68,00 dagtarief) geldt het volgende.
14. [gedaagde] is consument, althans wordt vermoed consument te zijn.
15. Op grond van onder meer artikel 6.3 van deze algemene voorwaarden is [gedaagde] aan Q-Park een boete van maximaal € 1.000,00 per keer “treintje rijden” aan Q-Park verschuldigd. Op grond van artikel 6.5 van de algemene voorwaarden is [gedaagde] wegens het uitrijden zonder uitrijkaart tevens per dag een boete van 3 maal het dagtarief van de parkeerfaciliteit aan Q-Park verschuldigd.
16. Deze bedingen zijn opgesteld om in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen. De kantonrechter dient op grond van rechtspraak van het Hof van Justitie (4 juni 2009, C 243/08, punt 32) en de Hoge Raad (13 september 2013 ECLI:NL:HR:2013:691, r.o. 3.5.3) ambtshalve te beoordelen of het beding onredelijk bezwarend is. De kantonrechter stelt daarbij voorop dat, in het geval wordt vastgesteld dat een beding ‘oneerlijk’ is in de zin van artikel 3 lid 1 en punt e uit de bijlage van Richtlijn 93/13/EEG (hierna: de Richtlijn), deze de boete niet mag matigen, maar zonder meer verplicht is dat beding voor de consument buiten beschouwing te laten (HvJ 30 mei 2013, C 488/11, punt 57), tenzij de consument zich hiertegen verzet (HvJ 4 juni 2009, C 243/08, punt 35). Daartoe dient artikel 6:233 BW conform de richtlijn te worden uitgelegd en – indien de kantonrechter vaststelt dat het beding ‘oneerlijk’ is – het beding ambtshalve te worden vernietigd (HR 13 september 2013 ECLI:NL:HR:2013:691, r.o. 3.7.1 – 3.7.3).
17. Q-Park heeft - kort gezegd - als standpunt naar voren gebracht dat de bedingen niet oneerlijk zijn in de zin van de richtlijn. Het beding beoogt volgens Q-Park primair “treintje rijden” te voorkomen. Voor een voldoende preventieve werking is vereist dat het verschuldigde bedrag hoog genoeg is. Er is geen ander middel om “treintje rijden” tegen te gaan dat even effectief is als een boetebeding. Andere middelen, zoals hinderlijke drempels, hebben de “treintje rijders” niet gestopt, terwijl deze wel hinder voor andere klanten veroorzaken.Voorts stelt zij dat de parkeerder op meerdere momenten wordt gewaarschuwd voor de gevolgen van dat “treintje rijden”. De parkeerder heeft zelf in de hand of hij de boete verschuldigd is omdat hij vrijwillig de keuze maakt om “treintje te rijden”.Het “treintje te rijden” leidt volgens Q-Park tot gevaarlijke situaties in en buiten de parkeergarage. Voorts leidt Q-Park door deze gedraging schade. Zij heeft derhalve groot belang bij het tegengaan van deze vorm van parkeerfraude. Ter bestrijding van dit probleem heeft Q-Park in artikel 6.3 van de algemene voorwaarden een boetebepaling opgenomen om het ongeoorloofd gebruik van de parkeergarage tegen te gaan. In de algemene voorwaarden is de boete gemaximeerd en in deze zaak is de vordering onverplicht beperkt. De inkomsten van het boetebeding worden gebruikt om maatregelen te nemen ter voorkoming en vervolging van “treintje rijden”. De boete is volgens Q-Park redelijk ten opzichte van de in het verleden gedane en in de toekomst nog noodzakelijke investeringen.
18. De kantonrechter is van oordeel dat de door Q-Park bedongen boetes, afzonderlijk maar ook cumulatief, gelet op hetgeen door Q-Park is gesteld over de beoogde preventieve werking daarvan, de gevaarzetting voor andere verkeersdeelnemers in en buiten de parkeergarage, het feit dat [gedaagde] , of hij nu betaald heeft of niet, er bewust voor heeft gekozen de parkeergarage herhaaldelijk op deze ongebruikelijke en ongewenste wijze te verlaten, en op de gemotiveerde onderbouwing van Q-Park van de hoogte van de hierdoor door haar geleden schade, niet oneerlijk zijn in de zin van de Richtlijn 93/13.
19. De door Q-Park gevorderde boetes, die zij heeft gematigd tot € 1.732,00 voor in totaal vier keer “treintje rijden” door [gedaagde] , zijn daarom toewijsbaar. De gevorderde – niet betwiste – wettelijke rente daarover is eveneens toewijsbaar.
20. Gelet op het in de dagvaarding overgelegde overzicht als bedoeld in artikel 6:96 BW wordt een bedrag aan buitengerechtelijke kosten toegewezen als na te melden.
20. [gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten belast.
BESLISSING
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Q-Park van:
- € 1.732,00 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 juli 2015 tot aan de voldoening;
- € 259,80 aan buitengerechtelijke incassokosten;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Q-Park, tot op deze uitspraak worden de kosten bepaald op de navolgende bedragen:
griffierecht: € 466,00
kosten dagvaarding: € 87,42
salaris gemachtigde: € 450,00
------------
Totaal: € 1.003,42
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 50,- aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,- onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
Aldus gewezen door mr. M.P.A.M. Fruytier, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 april 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.