RAV 2015/1
Buitengerechtelijke kosten. Moet bij de begroting van buitengerechtelijke kosten rekening worden gehouden met de vergoeding die op basis van een no-cure-no-pay-afspraak is overeengekomen?
HR 26-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2797 (De Jonge/Scheper Ziekenhuis)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 september 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/04192
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Roepnaam
De Jonge/Scheper Ziekenhuis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS919566:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Advocaat
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2797, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1633, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑08‑2013
- Wetingang
Art. 6:96 lid 2, sub b en c BW
Essentie
Buitengerechtelijke kosten. No-cure-no-pay. Redelijkheidstoets.
Welke betekenis komt toe aan de tussen de benadeelde en zijn belangenbehartiger overeengekomen no-cure-no-pay-afspraak bij de begroting van de buitengerechtelijke kosten op grond van art. 6:96 lid 2, sub b en c BW en moet daarbij rekening worden gehouden met de onderling overeengekomen vergoeding van 15% van het te verhalen schadebedrag?
Samenvatting
De echtgenote van eiser in cassatie (de weduwnaar) is in het ziekenhuis overleden ten gevolge van complicaties na de bevalling van haar tweede zoon. De weduwnaar en Van Dort Letselschade B.V. (Van Dort) sluiten een no-cure-no-pay-schaderegelingsovereenkomst. Van Dort zal als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.