RI 2016/24
Borgtocht. Is de kredietovereenkomst waarin een overbruggingskrediet is verstrekt, aangegaan ten behoeve van de normale bedrijfsuitoefening van de vennootschap? (Eiser/ING)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 december 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/03958
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Roepnaam
Nooij/ING
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS922638:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3606, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2091, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑07‑2014
- Wetingang
Essentie
Borgtocht.
Is de kredietovereenkomst waarin een overbruggingskrediet is verstrekt, aangegaan ten behoeve van de normale bedrijfsuitoefening van de vennootschap?
Samenvatting
The Hilt B.V. en The Hilt Retail B.V. (hierna samen: TH) ervaren al enige jaren financiële moeilijkheden. Huisbankier ING aarzelt over voortzetting van het krediet en laat een financiële ‘quick scan’ uitvoeren. Een mogelijke externe investeerder dient zich aan. In verband daarmee is ING bereid het krediet voort te zetten en het seizoenskrediet vrij te geven onder twee voorwaarden: 1. de dga verbindt zich om uit eigen middelen € 270.000 te storten tot (gedeeltelijke) lediging van het liquiditeitstekort van ...