RvdW 2011/358
Kort geding. Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen (Vogp) en Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS). Weigering minister mee te werken aan overdracht onrechtmatig?; ruime beleidsvrijheid minister; terughoudendheid burgerlijke rechter. Art. 6 EVRM.
HR 11-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9630
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 maart 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/03604
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BO9630
- JCDI
JCDI:ADS172335:1
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO9630, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO9630, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑07‑2010
- Wetingang
Essentie
Kort geding. Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen (Vogp) en Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS). Weigering minister mee te werken aan overdracht onrechtmatig?; ruime beleidsvrijheid minister; terughoudendheid burgerlijke rechter. Art. 6 EVRM.
In het licht van de ruime beleidsvrijheid van de minister dient de burgerlijke rechter terughoudend te zijn bij het aannemen van aansprakelijkheid van de Staat ter zake van beweerdelijk onrechtmatig handelen door die minister in verband met het niet-inwilligen van de wens van een gedetineerde tot medewerking aan een overdracht aan een buitenlandse staat van de tenuitvoerlegging van diens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.