NJ 2018/382
Onteigening. Ontpoldering Hedwigepolder. Toetsing onteigeningsbesluit door civiele rechter; maatstaf. Zelfrealisatieverweer mogelijk bij grote infrastructurele werken, onder meer bestaande uit primaire waterkering? Voorschot kosten juridische en deskundige bijstand?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 januari 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/04028
- Conclusie
A-G mr. J.C. van Oven
- Noot
E.W.J. de Groot
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS72773:1
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:7, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:980, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑07‑2016
- Wetingang
Essentie
Onteigening. Ontpoldering Hedwigepolder. Toetsing onteigeningsbesluit door civiele rechter; maatstaf. Zelfrealisatieverweer mogelijk bij grote infrastructurele werken, onder meer bestaande uit primaire waterkering? Voorschot kosten juridische en deskundige bijstand?
Ingevolge de taakverdeling tussen de Kroon en de onteigeningsrechter komt de onteigeningsrechter geen oordeel toe over de doelmatigheid van de voorgenomen onteigening, maar dient hij op een daartoe strekkend verweer wel de rechtmatigheid van het onteigeningsbesluit te toetsen. Deze rechtmatigheidstoets brengt mee dat de onteigeningsrechter, voor zover de stellingen van de te onteigenen partij daartoe aanleiding geven, dient te beoordelen of het desbetreffende besluit overeenkomstig de wet en met inachtneming van ...