PJ 2023/12
Eenzijdige wijziging van pensioenregeling door invoeren werknemersbijdrage. De regel van art. 7:611 BW is ook op een dergelijke collectieve wijziging van toepassing.
HR 25-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1759, m.nt. mr. C. Beltman
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 november 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, K. Teuben
- Zaaknummer
21/02118
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Noot
mr. C. Beltman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS686280:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1759, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:705, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 15‑07‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑08‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑06‑2021
- Wetingang
Art. 7:611, 7:613 BW; art. 19 PW
Essentie
Eenzijdige wijziging van pensioenregeling door invoeren werknemersbijdrage. De regel van art. 7:611 BW is ook op een dergelijke collectieve wijziging van toepassing.
Samenvatting
De werkgever wijziging, met instemming van de ondernemingsraad, de pensioenregeling door het invoeren van een werknemersbijdrage. Er is geen wijzigingsbeding overeengekomen. Derhalve is de maatstaf van art. 7:611 BW van toepassing, dat ook voor een collectieve wijziging van de arbeidsvoorwaarden geldt. Met het oordeel dat werknemer alleen dan niet hoeft in te stemmen indien afwijzing van het voorstel van de werkgever onaanvaardbaar is, heeft het hof een te strenge maatstaf aangelegd.