NJ 2016/73
Rechtshulpverzoek. Juridische basis bevoegdheid doorzoeking art. 125i Sv.
HR 22-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3704, m.nt. F. Vellinga-Schootstra
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 december 2015
- Magistraten
Mrs. H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma, A.C. ten Klooster
- Zaaknummer
13/04328
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
F. Vellinga-Schootstra
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110719:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3704, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:618, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑03‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑04‑2014
- Wetingang
Essentie
Rechtshulpverzoek. De bevoegdheid tot doorzoeking ter inbeslagneming kan gezien art. 552o lid 1 onder a (oud) Sv worden ontleend aan art. 125i Sv.
Partij(en)
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 15 augustus 2013, nummer RK 11/960, betreffende het verlenen van verlof als bedoeld in art. 552p lid 2 Sv in de zaak van: B. Adv. mr. F.G.L. van Ardenne, te Rotterdam.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 2.1; red.)
Conclusie
Conclusie A-G mr. G. Knigge:
1.
De Rechtbank Zeeland-West-Brabant ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.