NJB 2016/1245
Verzoeken van verdachte tijdens politieverhoor om raadsman te raadplegen: noch art. 28 Sv noch een andere rechtsregel gebiedt dat een politieverhoor direct wordt stilgelegd wanneer een verdachte tijdens zijn verhoor vraagt om zijn raadsman te raadplegen; de verbalisanten komt enige beoordelingsruimte toe bij de beantwoording van de vraag wanneer het verhoor dient te worden onderbroken. In casu echter niet begrijpelijk oordeel hof dat in casu aan de verdachte – zoals art. 28 Sv vereist – zoveel mogelijk de gelegenheid is verschaft om zich met zijn raadsman in verbinding te stellen. Gevallen waarin de aangehouden verdachte afstand heeft gedaan van zijn consultatierecht voorafgaand aan het eerste politieverhoor: de rechter zal dan aan de hand van de omstandigheden van het geval moeten beoordelen of het feit dat het politieverhoor niet is onderbroken om de verdachte desverzocht zijn raadsman te doen raadplegen een vormverzuim oplevert als bedoeld in art. 359a Sv en, indien dit het geval is, welke gevolgen daaraan moeten worden verbonden. Daarbij zal de rechter onder meer in aanmerking kunnen nemen de aard en ernst van de beschuldiging, de gegevens waarover verdachte en de advocaat ten tijde van de consultatie konden beschikken, de inhoud van de verklaringen die verdachte eerder heeft afgelegd en het verloop van het verhoor
HR 07-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1115
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 juni 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/01058
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht / Bevoegdheden
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1115, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:456, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2015
- Wetingang
Essentie
Verzoeken van verdachte tijdens politieverhoor om raadsman te raadplegen: noch art. 28 Sv noch een andere rechtsregel gebiedt dat een politieverhoor direct wordt stilgelegd wanneer een verdachte tijdens zijn verhoor vraagt om zijn raadsman te raadplegen; de verbalisanten komt enige beoordelingsruimte toe bij de beantwoording van de vraag wanneer het verhoor dient te worden onderbroken. In casu echter niet begrijpelijk oordeel hof dat in casu aan de verdachte – zoals art. 28 Sv vereist – zoveel mogelijk de gelegenheid is verschaft om zich met zijn raadsman in verbinding te stellen. Gevallen waarin de aangehouden verdachte afstand heeft gedaan van zijn consultatierecht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.