Einde inhoudsopgave
Verrekenprijsbesluit 2022
6.3 De vereenvoudigde methode voor diensten met beperkte toegevoegde waarde (par. 7.43 t/m 7.65)
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2022
- Bronpublicatie:
14-06-2022, Stcrt. 2022, 16685 (uitgifte: 01-07-2022, regelingnummer: 2022-0000139020)
- Inwerkingtreding
02-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2022, Stcrt. 2022, 16685 (uitgifte: 01-07-2022, regelingnummer: 2022-0000139020)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Bronbelasting (V)
In de OESO-richtlijnen zijn paragrafen opgenomen die gericht zijn op een specifieke groep diensten met beperkte toegevoegde waarde: de zogenoemde ‘low value-adding intra-group services’.1. In deze paragrafen is een voor de belastingplichtige optionele vereenvoudigde vaststelling van de beloning voor deze specifieke diensten opgenomen die ik onderschrijf. Onderbouwd met passende documentatie is het mogelijk om met een beperkte vaste winstopslag van 5% op de relevante kosten van deze diensten via een passende allocatiesleutel de kosten met de winstopslag door te belasten aan de daarvoor in aanmerking komende groepsonderdelen. Deze vereenvoudigde methode gaat ook gepaard met een vereenvoudigde en beperktere benefit test2. vanuit het perspectief van de ontvanger van de betreffende diensten. De ontvanger dient dan meer in zijn algemeenheid het voordeel van bepaalde categorieën diensten aannemelijk te maken (zie par. 7.54 en 7.55). De criteria voor en enkele voorbeelden van low value-adding intra-group services staan beschreven in par. 7.45 – 7.49.
De Belastingdienst toetst bij dienstverlening door een gelieerde partij met behulp van de benefit test of daadwerkelijk een dienst is verricht waarvoor een vergoeding op zijn plaats is. Echter, voor zover een in rekening gebrachte vergoeding betrekking heeft op diensten die vallen onder de door de groep gekozen vereenvoudigde methode, hanteert de Belastingdienst een pragmatische benadering bij de toets of een vergoeding op zijn plaats is. Het voordeel voor de ontvanger van de betreffende diensten hoeft slechts in zijn algemeenheid onderbouwd te worden en hoeft niet te worden herleid tot individuele transacties. De vaste winstopslag behoeft niet door een vergelijkbaarheidsstudie te worden onderbouwd. Er dient wel aan de in de OESO-richtlijnen geformuleerde voorwaarden te worden voldaan, waaronder de geëigende documentatie (zie par. 7.64) en de passende wijze van berekening van de in rekening gebrachte bedragen (zie par. 7.56 t/m 7.58). Zie voor de uitwerking van de te kiezen verdeelsleutel par. 7.59 en 7.60.
Ik ga, gelet op de aard van de hier beschreven diensten (low value-adding intra-group services) ervan uit dat een doorbelasting van de relevante kosten met een beperkte vaste winstopslag van 5% via een passende allocatiesleutel tot een arm’s-length uitkomst zal leiden.
Tot de kostengrondslag behoren de directe kosten en indirecte kosten die samenhangen met de betreffende ondersteunende diensten alsmede de overheadkosten. Onder de relevante kosten vallen ook bijzondere lasten (zoals afvloeiingskosten, reorganisatiekosten en loon in natura). Welke kosten relevant zijn volgt uit de functionele analyse die ten grondslag ligt aan het verrekenprijssysteem van belastingplichtige.
Onbenoemd 6.3.1 Voorbeelden