Einde inhoudsopgave
Verrekenprijsbesluit 2022
11 Vroegtijdig overleg over mogelijke dubbele belastingheffing
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2022
- Bronpublicatie:
14-06-2022, Stcrt. 2022, 16685 (uitgifte: 01-07-2022, regelingnummer: 2022-0000139020)
- Inwerkingtreding
02-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2022, Stcrt. 2022, 16685 (uitgifte: 01-07-2022, regelingnummer: 2022-0000139020)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Bronbelasting (V)
Dubbele belastingheffing als gevolg van verrekenprijscorrecties is ongewenst. Belastingplichtigen die geconfronteerd worden met belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van een verdrag kunnen een verzoek indienen voor een onderlinge overlegprocedure. De bevoegde autoriteit voor Nederland is de Minister van Financiën. Aan de Algemeen directeur Belastingdienst/Grote Ondernemingen is het onder mandaat verleend de taak van bevoegde autoriteit uit te voeren.
Uitgangspunt bij een onderlinge overlegprocedure is dat de dubbele belastingheffing zo snel en efficiënt mogelijk wordt weggenomen. Deze bijstand wordt verleend op basis van gesloten belastingverdragen, het EU-arbitrageverdrag1. en de EU-arbitragerichtlijn2. zoals in Nederland geïmplementeerd in de Wet fiscale arbitrage.3. Nederland streeft naar het vroegtijdig opstarten van onderlinge overlegprocedures met verdragspartners. Dit is nader uitgewerkt in het besluit van 15 november 2021, nr. 2021-0000226675, Staatscourant 2021, 47634.
De ervaring leert dat in een aantal gevallen tijdens de overlegprocedure de dubbele belastingheffing op een relatief eenvoudige wijze opgeheven kan worden door onderlinge uitwisseling van feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de betreffende casus. De Belastingdienst is daarom bereid om, indien een belastingplichtige de verwachting heeft te worden geconfronteerd met dubbele belastingheffing op het gebied van de verrekenprijzen als gevolg van handelen door de Belastingdienst of van een belastingdienst van een land waarmee Nederland de mogelijkheid heeft om informatie uit te wisselen, te zoeken naar mogelijkheden om door het uitwisselen van gegevens of het gezamenlijk uitvoeren van controlewerkzaamheden de mogelijke dubbele belastingheffing in een zo vroeg mogelijk stadium te voorkomen. Een verzoek daartoe kan door belastingplichtige worden ingediend bij de Nederlandse inspecteur.
De kans dat het handelen van een buitenlandse belastingdienst leidt tot een correctie met betrekking tot de verrekenprijzen moet aanwezig zijn. Belastingplichtige dient dit in het schriftelijke verzoek aannemelijk te maken. De mogelijkheden om door het uitwisselen van gegevens of het gezamenlijk uitvoeren van controlewerkzaamheden de mogelijke dubbele belastingheffing te voorkomen, zal afhankelijk zijn van de juridische mogelijkheden en de bereidheid van andere landen om aan een dergelijke werkwijze mee te werken.
Voetnoten
Verdrag ter afschaffing van dubbele belasting ingeval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen (90/436/EEG).
Richtlijn 2017/1852 van de Raad van 10 oktober 2017 betreffende mechanismen ter beslechting van belastinggeschillen in de Europese Unie.
Wet van 10 juli 2019, houdende Invoering van een wettelijk mechanisme ten behoeve van de beslechting van belastinggeschillen tussen lidstaten van de Europese Unie, Stbl. 2019, 261.