Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/701
Niet opzettelijk aanwezig hebben van hennepplanten in door verdachte gehuurde woning die door hem is onderverhuurd aan derde, art. 3 onder C Opiumwet. Bewijsklacht ‘aanwezig hebben’. HR: Om redenen vermeld in CAG slaagt middel. CAG: Uit bewijsvoering hof kan niet blijken dat verdachte feitelijke macht over aangetroffen hennepplanten had. Enkele feit dat verdachte in het verleden herhaaldelijk is veroordeeld voor telen en aanwezig hebben van hennep en dat hij wist dat zijn onderhuurder zich met illegale activiteiten kon bezighouden, is onvoldoende grond voor oordeel dat verdachte feitelijke macht kon uitoefenen over hennepplanten in door hem onderverhuurde pand, in de zin dat hij daarover kon beschikken. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing.
HR 13-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:911
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 juni 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
21/04414
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:911, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:411, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑04‑2023
Essentie
Niet opzettelijk aanwezig hebben van hennepplanten in door verdachte gehuurde woning die door hem is onderverhuurd aan derde, art. 3 onder C Opiumwet. Bewijsklacht ‘aanwezig hebben’. HR: Om redenen vermeld in CAG slaagt middel. CAG: Uit bewijsvoering hof kan niet blijken dat verdachte feitelijke macht over aangetroffen hennepplanten had. Enkele feit dat verdachte in het verleden herhaaldelijk is veroordeeld voor telen en aanwezig hebben van hennep en dat hij wist dat zijn onderhuurder zich met illegale activiteiten kon bezighouden, is onvoldoende grond voor oordeel dat verdachte feitelijke macht kon uitoefenen over hennepplanten in door hem onderverhuurde pand, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.