NJB 2019/2123
Bedreiging met zware mishandeling, art. 285 Sr: voor een bewezenverklaring daarvan is in een geval als het onderhavige vereist dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de betrokkene in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat deze zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen en dat het opzet van de verdachte daarop was gericht. In casu vormt de enkele verklaring van de verdachte dat hij weet “dat er in het verleden op de Velperdonderdagen al wat is gebeurd” onvoldoende grond voor het oordeel dat aan voormelde eisen is voldaan. De bewezenverklaring is daarom ontoereikend gemotiveerd
HR 24-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1416
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 september 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/05742
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1416, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑09‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:642, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑06‑2019
- Wetingang
(art. 185 Sr)
Essentie
Bedreiging met zware mishandeling, art. 285 Sr: voor een bewezenverklaring daarvan is in een geval als het onderhavige vereist dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de betrokkene in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat deze zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen en dat het opzet van de verdachte daarop was gericht. In casu vormt de enkele verklaring van de verdachte dat hij weet “dat er in het verleden op de Velperdonderdagen al wat is gebeurd” onvoldoende grond voor het oordeel dat aan voormelde eisen is voldaan. De bewezenverklaring is daarom ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.