NJB 2019/2064:Horen verdachte bij voornemen uitvaardigen strafbeschikking houdende een taakstraf, een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen, dan wel een aanwijzing het gedrag van de verdachte betreffend, art. 257c lid 1 eerste volzin Sv: in casu heeft het hof vastgesteld dat de verdachte in strijd met een door het openbaar ministerie gedane toezegging niet is opgeroepen teneinde te worden gehoord door de officier van justitie met het oog op het uitvaardigen van een strafbeschikking, maar dat is overgegaan tot dagvaarding. Het hof kon in casu oordelen dat, voor zover de verdachte daardoor nadeel heeft ondervonden, dat nadeel voldoende is gecompenseerd. In het verlengde daarvan kon het hof het verweer verwerpen dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in de vervolging