NJB 2012/255
HR, 03-01-2012, nr. 10/02976
HR 03-01-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU2863
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 januari 2012
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, Groos en Sterk
- Zaaknummer
10/02976
- Conclusie
A-G Aben
- LJN
BU2863
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BU2863, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑01‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BU2863, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑10‑2011
- Wetingang
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot een voorwaardelijke straf van twee maanden wegens het in het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij weet dat het vervalst is.
Opnieuw art. 31 Vluchtelingenverdrag. Het hof is van oordeel dat een succesvol beroep op art. 31 Vluchtelingenverdrag slechts dan aanwezig is indien op voorhand evident is dat op de verdachte van toepassing zijn de in dat artikel genoemde voorwaarden waaronder geen strafsancties zullen worden opgelegd. Dit getuigt van een niet juiste want te beperkte uitleg van dit artikel
Uitspraak
Het eerste middel bevat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.