Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 810/2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode
Artikel 56 Intrekkingen
Geldend
Geldend vanaf 05-10-2009
- Bronpublicatie:
13-07-2009, PbEU 2009, L 243 (uitgifte: 15-09-2009, regelingnummer: 810/2009)
- Inwerkingtreding
05-10-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-07-2009, PbEU 2009, L 243 (uitgifte: 15-09-2009, regelingnummer: 810/2009)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De artikelen 9 tot en met 17 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985 worden ingetrokken.
2.
De volgende teksten worden ingetrokken:
- a)
besluit van het Comité van Schengen van 28 april 1999 betreffende de definitieve versies van het gemeenschappelijk handboek en de gemeenschappelijke visuminstructies (SCH/Com-ex (99) 13 — de Gemeenschappelijke Visuminstructies, met inbegrip van de bijlagen);
- b)
de besluiten van het uitvoerend comité van Schengen van 14 december 1993 betreffende de verlenging van het eenvormige visum (SCH/Com-ex (93) 21), en betreffende de gemeenschappelijke beginselen van annulering, intrekking en beperking van het eenvormige visum (SCH/Com-ex (93) 24), Besluit van het Uitvoerend Comité van 22 december 1994 betreffende de uitwisseling van statistische gegevens betreffende visumafgifte (SCH/Com-ex (94) 25), Besluit van het Uitvoerend Comité van 21 april 1998 betreffende de uitwisseling van statistische gegevens inzake visa-afgite (SCH/Com-ex (98) 12) en Besluit van het Uitvoerend Comité van 16 december 1998 betreffende de invoering van een geharmoniseerd formulier ter staving van een uitnodiging, een garantstellingsverklaring (-toezegging) of huisvestingsverklaring (SCH/Com-ex (98) 57);
- c)
Gemeenschappelijk Optreden 96/197/JBZ van 4 maart 1996 met betrekking tot de luchthaventransitregeling (1);
- d)
Verordening (EG) nr. 789/2001 van de Raad van 24 april 2001 tot verlening van uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad met betrekking tot bepaalde gedetailleerde voorschriften en praktische procedures voor de behandeling van visumaanvragen (2);
- e)
Verordening (EG) nr. 1091/2001 van de Raad van 28 mei 2001 inzake vrij verkeer met een visum voor verblijf van langere duur (1);
- f)
Verordening (EG) nr. 415/2003 van de Raad van 27 februari 2003 betreffende de afgifte van visa aan de grens, inclusief aan transiterende zeelieden (2);
- g)
artikel 2 van Verordening (EG) nr. 390/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van de Gemeenschappelijke Visuminstructies aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten in verband met de invoering van biometrische identificatiemiddelen, met inbegrip van bepalingen over de organisatie van de inontvangstneming en de behandeling van visumaanvragen (3).
3.
Verwijzingen naar ingetrokken instrumenten dienen te worden opgevat als verwijzingen naar deze verordening en te worden gelezen volgens de concordantietabel van bijlage XIII.