AB 2019/75
Nationale rechtszekerheidsbeginsel in relatie tot de effectuering van het Unierecht. Verbod van omgekeerde verticale werking.
HR 07-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2260, m.nt. R. Ortlep
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 december 2018
- Magistraten
Mrs. R.J. Koopman, E.N. Punt, P.M.F. van Loon, M.E. van Hilten, E.F. Faase
- Zaaknummer
17/01767
- Noot
R. Ortlep
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS13849:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Omzetbelasting / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑12‑2018
ECLI:NL:HR:2018:2260, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑12‑2018
- Wetingang
Essentie
Nationale rechtszekerheidsbeginsel in relatie tot de effectuering van het Unierecht. Verbod van omgekeerde verticale werking.
Samenvatting
Gelet op hetgeen hiervoor in 2.3.2 is geoordeeld, moet ervan worden uitgegaan dat de onroerende zaak op de datum van levering, 1 juli 2008, als gevolg van sloophandelingen onbebouwde grond betrof, waaraan na die handelingen en vóór de levering geen werkzaamheden met het oog op nieuwbouw hebben plaatsgevonden. Op grond van de hiervoor in 2.4.2 vermelde rechtspraak van de Hoge Raad werd de levering van een dergelijke onroerende zaak destijds niet als de levering van een bouwterrein in de zin van art. 11 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.