Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/53/EU harmonisatie wetgevingen van lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur en intrekking Richtlijn 1999/5/EG
Artikel 44 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Geldend
Geldend vanaf 27-12-2022
- Bronpublicatie:
23-11-2022, PbEU 2022, L 315 (uitgifte: 07-12-2022, regelingnummer: 2022/2380)
- Inwerkingtreding
27-12-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2022, PbEU 2022, L 315 (uitgifte: 07-12-2022, regelingnummer: 2022/2380)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2.
De in artikel 3, lid 3, tweede alinea, artikel 4, lid 2, en artikel 5, lid 2, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar vanaf 11 juni 2014. De in artikel 3, lid 4, artikel 3 bis, lid 2, tweede alinea, en artikel 10, lid 8, vijfde alinea, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar, met ingang van 27 december 2022. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
3.
De bevoegdheidsdelegatie bedoeld in artikel 3, lid 3, tweede alinea, artikel 3, lid 4, artikel 3 bis, lid 2, tweede alinea, artikel 4, lid 2, artikel 5, lid 2, en artikel 10, lid 8, vijfde alinea, kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
3 bis.
Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (1).
4.
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
5.
Een op grond van artikel 3, lid 3, tweede alinea, artikel 3, lid 4, artikel 3 bis, lid 2, tweede alinea, artikel 4, lid 2, artikel 5, lid 2, of artikel 10, lid 8, vijfde alinea, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.
Voetnoten
PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.