Einde inhoudsopgave
Beleidsregels Toetsingskader Wet Bpf 2000
Omschrijving van de werkingssfeer van de verplichtstelling
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Redactionele toelichting
De wijziging betreffende Wet op de loonbelasting 1964 is reeds aangebracht bij de wijziging van 18-08-2017, Stcrt. 49113.
- Bronpublicatie:
15-12-2020, Stcrt. 2020, 67396 (uitgifte: 23-12-2020, regelingnummer: 2020-0000019662)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2020, Stcrt. 2020, 67396 (uitgifte: 23-12-2020, regelingnummer: 2020-0000019662)
- Vakgebied(en)
Pensioenen / Bijzondere onderwerpen pensioenen
Sociale zekerheid ouderen / Pensioen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Op wie een besluit tot verplichtstelling van toepassing is, wordt bepaald door de werkingssfeer van de verplichtstelling zoals die is omschreven door sociale partners. Het moet duidelijk zijn wie onder de werkingssfeer van de verplichtstelling vallen. Ongeorganiseerden moeten kunnen begrijpen of zij, in het geval van verplichtstelling, moeten deelnemen in het verplichtgestelde bpf.
De beoordeling van de representativiteit van de sociale partners die een aanvraag in het kader van de Wet Bpf 2000 indienen is ook gekoppeld aan de omschreven werkingssfeer van de verplichtstelling.
Om de werkingssfeer van de verplichtstelling te omschrijven, benoemen sociale partners de bedrijfsactiviteiten die toebehoren aan de bedrijfstak(ken) waarvoor de verplichtstelling wordt gevraagd. Een aanvraag voor verplichtstelling kan zich richten op één of meerdere bedrijfstakken binnen een bpf of op een deel van een bedrijfstak. Dit moet uit de omschreven werkingssfeer blijken.
De bedrijfsactiviteiten moeten duidelijk worden omschreven. Sociale partners kunnen aangeven hoe wordt omgegaan met ondernemingen die slechts voor een deel de in de werkingssfeer omschreven bedrijfsactiviteiten uitoefenen.
Ter verduidelijking van de afbakening ten opzichte van andere bpf-en, bedrijfstakken of ook ondernemingspensioenfondsen kunnen namen van bedrijven worden opgenomen, bijvoorbeeld om te bepalen of een bedrijf in verband met een variëteit aan bedrijfsactiviteiten onder de werkingssfeer valt.
Enkel een opsomming van namen van bedrijven ter omschrijving van de werkingssfeer voldoet niet aan de eisen. Gedachte achter een verplichtstelling is dat deelname verplicht is voor een bepaalde bedrijfstak. Nieuwkomers in de bedrijfstak moeten ‘automatisch’ onder de werkingssfeer vallen en bedrijven die bedrijfsactiviteiten gaan verrichten in een andere bedrijfstak moeten ‘automatisch’ buiten de werkingssfeer vallen, zonder dat de verplichtstelling gewijzigd hoeft te worden. Dit is bij een werkingssfeer op basis van een opsomming van namen van bedrijven niet mogelijk.
Wanneer in een omschrijving van een werkingssfeer wordt verwezen naar een bepaalde wet, besluit of regeling, dan moet deze worden gefixeerd. Dit betekent dat een jaartal en publicatienummer van de Staatscourant of het Staatsblad zijn opgenomen. Een verwijzing naar een cao voor de omschrijving van de werkingssfeer is niet mogelijk. Indien eenzelfde werkingssfeer als een bepaalde cao gewenst wordt, zal in plaats van een verwijzing de werkingssfeer van die cao uitgeschreven moeten worden in de werkingssfeer van de verplichtstelling. Wanneer voor de maximumleeftijd voor beëindiging van de deelname in het pensioenfonds verwezen wordt naar artikel 18a van de Wet op de loonbelasting 1964 of artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet is het opnemen van een fixatie niet vereist.