Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie
Artikel 183 Gevolgen van een afstand van instantie of van kennelijke niet-ontvankelijkheid van de principale hogere voorziening voor de incidentele hogere voorziening
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2012
- Bronpublicatie:
25-09-2012, PbEU 2012, L 265 (uitgifte: 29-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2012, PbEU 2012, L 265 (uitgifte: 29-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
De incidentele hogere voorziening wordt geacht zonder voorwerp te zijn:
- a)
indien de rekwirant in de principale hogere voorziening daarvan afstand doet;
- b)
indien de principale hogere voorziening kennelijk niet-ontvankelijk wordt verklaard wegens niet-inachtneming van de termijn voor instelling van de hogere voorziening;
- c)
indien de principale hogere voorziening kennelijk niet-ontvankelijk wordt verklaard op de enkele grond dat zij niet gericht is tegen een beslissing van het Gerecht die een eindbeslissing bevat of een beslissing die het geschil gedeeltelijk ten gronde beslecht of een eindbeslissing is op een procesincident betreffende een exceptie van onbevoegdheid of niet-ontvankelijkheid in de zin van artikel 56, eerste alinea, van het Statuut.