NJ 2013/398
Ontvankelijkheid cassatieberoep. Verzoekschrift tot cassatie niet ingediend door advocaat bij Hoge Raad; art. 426a lid 1 Rv; herstelmogelijkheid; andere klachten in hersteld verzoekschrift.
HR 12-07-2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3710
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 juli 2013
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
13/02045
- Conclusie
A-G mr. J. Wuisman
- Noot
Red. Aant.
- JCDI
JCDI:ADS161709:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:CA3710, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑07‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:CA3710, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑05‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑05‑2013
- Wetingang
Art. 426a Rv
Essentie
Ontvankelijkheid cassatieberoep. Verzoekschrift tot cassatie niet ingediend door advocaat bij Hoge Raad; art. 426a lid 1 Rv; herstelmogelijkheid; andere klachten in hersteld verzoekschrift.
Uit HR 10 juli 2009, NJ 2010/212, m.nt. H.J. Snijders, volgt dat het gebrek dat het verzoekschrift niet voldoet aan de eisen van art. 426a lid 1 Rv, omdat het niet is ingediend en ook niet is ondertekend door een advocaat bij de Hoge Raad, in cassatie kan worden hersteld door datzelfde verzoekschrift binnen twee weken na binnenkomst ter griffie van de Hoge Raad opnieuw in te dienen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.