Einde inhoudsopgave
Richtlijn 98/56/EG betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 02-09-1998
- Bronpublicatie:
20-07-1998, PbEG 1998, L 226 (uitgifte: 13-08-1998, regelingnummer: 98/56/EG)
- Inwerkingtreding
02-09-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-07-1998, PbEG 1998, L 226 (uitgifte: 13-08-1998, regelingnummer: 98/56/EG)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Deze richtlijn is van toepassing op het in de handel brengen in de Gemeenschap van teeltmateriaal van siergewassen. Zij is van toepassing onverminderd de voorschriften voor de bescherming van in het wild levende plantensoorten van Verordening (EG) nr. 338/97, de voorschriften met betrekking tot verpakkingen en verpakkingsafval van Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad (1), en, tenzij in de onderhavige richtlijn of op grond daarvan anders is bepaald, de fytosanitaire voorschriften van Richtlijn 77/93/EEG.
2.
Deze richtlijn is niet van toepassing op
- —
teeltmateriaal waarvan wordt aangetoond dat het voor uitvoer naar derde landen bestemd is, mits het duidelijk als zodanig is geïdentificeerd en in voldoende mate apart wordt gehouden,
- —
materiaal waarvan de producten niet bestemd zijn voor sierdoeleinden, indien dat onder andere communautaire voorschriften inzake het in de handel brengen van zulk materiaal valt.
3.
Volgens de procedure van artikel 17 kan worden besloten dat sommige of alle vereisten van deze richtlijn niet van toepassing zijn op zaad van bijzondere soorten of groepen planten, wanneer die bestemd zijn voor de productie van ander teeltmateriaal en er geen duidelijk verband bestaat tussen de kwaliteit van dergelijk zaad en de kwaliteit van het daaruit geteelde materiaal.
Voetnoten
PB L 365 van 31. 12. 1994, blz. 10.