AB 2017/132
Verhouding geldigheid en rechtmatigheid van een besluit in het vennootschapsrecht. Geen ‘formele rechtskracht’.
HR 03-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1061, m.nt. C.N.J. Kortmann
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 juni 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/02092
- Noot
C.N.J. Kortmann
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS926060:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1061, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:78, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑02‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑04‑2015
- Wetingang
Essentie
Dat de onderneming niet binnen de vervaltermijn de nietigheid van de opzegging heeft ingeroepen, staat niet in de weg aan het oordeel dat deze opzegging onrechtmatig is. De vordering tot vergoeding van schade stuit niet af op de rechtsgeldigheid (‘formele rechtskracht’) van de opzegging.
Samenvatting
Verweerster, een onderneming waarin detailhandel in meubelen wordt uitgeoefend, is lid van inkoopvereniging IMG. Naar aanleiding van een geschil zegt IMG het lidmaatschap met onmiddellijke ingang op. Verweerster maakt tegen de opzegging bezwaar en tekent tegen de afwijzing daarvan op de in de statuten van IMG voorgeschreven wijze beroep aan. De ledenraad van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.