Einde inhoudsopgave
Besluit orde van dienst gerechten
Artikel 26 [Gerechtsvergadering HR]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
10-06-2021, Stb. 2021, 281 (uitgifte: 18-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-06-2021, Stb. 2021, 281 (uitgifte: 18-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Met uitzondering van de raadsheren in buitengewone dienst, bedoeld in artikel 5a, derde lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, vormen de in artikel 72, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie genoemde rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast en de griffier tezamen de gerechtsvergadering van de Hoge Raad.
2.
De president is voorzitter van de gerechtsvergadering.
3.
Het bijeenroepen geschiedt door een schriftelijke kennisgeving van de president. Hij doet dit ten minste zeven dagen voorafgaand aan de bijeenkomst.
4.
De raadsheren in buitengewone dienst, bedoeld in artikel 5a, derde lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de bij de Hoge Raad werkzame gerechtsauditeurs, substituut-griffier en gerechtsambtenaren en de bij het parket van de Hoge Raad werkzame rechterlijke ambtenaren en gerechtsambtenaren kunnen op uitnodiging deelnemen aan de gerechtsvergadering.