RvdW 2009, 1177
Rechtmatige uitoefening van de bediening bij aanhouding verdachte door politie na eventueel onrechtmatig bevel OvJ.
HR 29-09-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ2795
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 september 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
08/00490
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BJ2795
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ2795, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑09‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ2795, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑06‑2009
- Wetingang
Sr art. 80
Essentie
Als uitgangspunt geldt dat de ambtenaar die uitvoering geeft aan een opdracht die hem is verstrekt door een tot het geven van die opdracht bevoegde meerdere, werkzaam is in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening zoals bedoeld in art. 180 Sr. Ook indien achteraf zou komen vast te staan dat het door de Officier van Justitie gegeven bevel tot aanhouding buiten heterdaad niet op goede gronden is gegeven en dus verdachtes aanhouding mogelijkerwijs niet rechtmatig zou moeten worden geacht, neemt dit niet weg dat ambtenaren die aan een dergelijk bevel gevolg hebben gegeven, in beginsel hebben gehandeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.