Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/1263
Rechter hoeft OM in vordering tot niet-ontvankelijkverklaring niet te volgen.
HR 21-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2960
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 november 2017
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/02649
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2960, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑11‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1263, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑12‑2016
- Wetingang
Essentie
Rechter hoeft OM in vordering tot niet-ontvankelijkverklaring niet te volgen.
De opvatting dat in een geval waarin de A-G heeft gevorderd dat het OM niet-ontvankelijk in de vervolging zal worden verklaard op de grond dat redelijkerwijze niet had mogen worden vervolgd, het hof zonder meer overeenkomstig deze vordering dient te oordelen, vindt geen steun in het recht.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 4 mei 2016, nummer 22/002941-15, in de strafzaak tegen: S., adv.: mr. W. Römelingh, te 's-Gravenhage.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
Middel zie 2.1; ( ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.