Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 810/2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode
Artikel 14 Bewijsstukken
Geldend
Geldend vanaf 27-12-2023
- Bronpublicatie:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2667 (uitgifte: 07-12-2023, regelingnummer: 2023/2667)
- Inwerkingtreding
27-12-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2667 (uitgifte: 07-12-2023, regelingnummer: 2023/2667)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Van aanvragers van een eenvormig visum wordt verlangd dat zij het volgende verstrekken:
- a)
bewijsstukken waaruit het doel van de reis blijkt;
- b)
bewijsstukken met betrekking tot logies of waaruit blijkt dat de aanvrager over voldoende middelen beschikt om in logies te voorzien;
- c)
bewijsstukken waaruit blijkt dat de aanvrager voldoende middelen van bestaan heeft of in staat is dergelijke middelen rechtmatig te verwerven, overeenkomstig artikel 6 van de Schengengrenscode, zowel voor de duur van het voorgenomen verblijf als voor de terugreis naar het land van herkomst of verblijf van de aanvrager of voor de doorreis naar een derde land waar de aanvrager met zekerheid zal worden toegelaten;
- d)
informatie die het mogelijk maakt het voornemen van de aanvrager te beoordelen om het grondgebied van de lidstaten vóór het verstrijken van de geldigheid van het door die aanvrager aangevraagde visum te verlaten.
2.
Van aanvragers van een luchthaventransitvisum wordt verlangd dat zij het volgende verstrekken:
- a)
bewijsstukken met betrekking tot de doorreis naar de eindbestemming na de voorgenomen transit op de luchthaven;
- b)
informatie die het mogelijk maakt het voornemen van de aanvrager om het grondgebied van de lidstaten niet binnen te komen, te beoordelen.
3.
Een niet-limitatieve lijst van bewijsstukken die van de aanvrager kunnen worden verlangd om te verifiëren of aan de voorwaarden van de leden 1 en 2 is voldaan, is opgenomen in bijlage II.
4.
De lidstaten kunnen van de aanvragers verlangen dat zij een bewijs van garantstelling of van particuliere logiesverstrekking, of van beide overleggen door het invullen van een formulier dat door de lidstaat is opgesteld. Dit formulier bevat met name de volgende informatie:
- a)
of het bedoeld is als bewijs van garantstelling of van particuliere logiesverstrekking, of van beide;
- b)
of de garantsteller of uitnodigende persoon een particulier, een onderneming of een organisatie is;
- c)
de identiteit en contactgegevens van de garantsteller of uitnodigende persoon;
- d)
de identiteitsgegevens (voornaam en achternaam, geboortedatum, geboorteplaats en nationaliteit) van de aanvrager(s);
- e)
het verblijfadres;
- f)
de duur en het doel van het verblijf;
- g)
eventuele verwantschap met de garantsteller of uitnodigende persoon;
- h)
de op grond van artikel 37, lid 1, van de VIS-verordening te verstrekken informatie.
Het formulier wordt in de officiële taal of talen van de lidstaat opgesteld en daarnaast in ten minste één andere officiële taal van de instellingen van de Unie. Een model van het formulier wordt aan de Commissie toegestuurd.
5.
De toepassing van de in lid 1 gestelde voorwaarden wordt in het kader van de plaatselijke Schengensamenwerking door de consulaten beoordeeld, teneinde rekening te houden met plaatselijke omstandigheden en met risico's op het gebied van migratie en veiligheid.
5 bis.
Wanneer dat nodig is om rekening te houden met de in artikel 48 bedoelde plaatselijke omstandigheden, stelt de Commissie middels uitvoeringshandelingen een geharmoniseerde lijst van bewijsstukken vast die in elk ambtsgebied moet worden gebruikt. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 52, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
6.
Er kan vrijstelling worden verleend van de eisen in lid 1 van dit artikel voor aanvragers die bij het consulaat of de centrale autoriteiten bekendstaan om hun integriteit en betrouwbaarheid, en met name voor het rechtmatige gebruik van eerdere visa, indien er geen twijfel over bestaat dat zij voldoen aan de eisen van artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad (1) wanneer zij de buitengrenzen van de lidstaten overschrijden.
Voetnoten
Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1)