Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 100 [Alternatieve bevoegdheid inzake arbeidsovereenkomst, agentuurovereenkomst, cao, etc.]
Geldend
Geldend vanaf 30-07-2020
- Redactionele toelichting
Treedt t.a.v. de sector wegvervoer in werking met ingang van 01-06-2023 (bron iwtr. 26-04-2023, Stb. 152).
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 249 (uitgifte: 15-07-2020, kamerstukken: 35358)
- Inwerkingtreding
30-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-07-2020, Stb. 2020, 250 (uitgifte: 15-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
In zaken betreffende een individuele arbeidsovereenkomst, een agentuurovereenkomst, een collectieve arbeidsovereenkomst of algemeen verbindend verklaarde bepalingen van een collectieve arbeidsovereenkomst is mede bevoegd de rechter van de plaats waar de arbeid gewoonlijk wordt of laatstelijk gewoonlijk werd verricht. In zaken betreffende een individuele arbeidsovereenkomst is, indien de arbeid tijdelijk in Nederland wordt verricht, mede bevoegd de rechter van de plaats waar de werknemer de arbeid tijdelijk verricht, voorzover het betreft een rechtsvordering met betrekking tot arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden, welke is gegrond op artikel 2 van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie, artikel 7, 7a, 13 of 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, artikel 2a van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten, artikel 8, artikel 8a of 11 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, alsmede artikel 5, eerste lid, onder b, d, e, of f, van de Algemene wet gelijke behandeling.