Einde inhoudsopgave
Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten
Artikel 2b [Gevolgen van overgang onderneming]
Geldend
Geldend vanaf 30-07-2020
- Redactionele toelichting
Voorheen art. 2a. Treedt t.a.v. de sector wegvervoer in werking met ingang van 01-06-2023 (bron iwtr. 26-04-2023, Stb. 152).
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 249 (uitgifte: 15-07-2020, kamerstukken: 35358)
- Inwerkingtreding
30-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-07-2020, Stb. 2020, 250 (uitgifte: 15-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
1.
Door de overgang van een onderneming, als bedoeld in artikel 662 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, gaan de rechten en verplichtingen welke op dat tijdstip voor de werkgever in die onderneming ten aanzien van daar werkzame werknemers voortvloeien uit bepalingen omtrent arbeidsvoorwaarden welke hij krachtens een besluit tot verbindendverklaring op grond van artikel 2 van deze wet verplicht is na te komen, van rechtswege over op de verkrijger van de onderneming.
2.
De rechten en verplichtingen die ingevolge het eerste lid overgaan, eindigen op het tijdstip waarop de verkrijger ten aanzien van de arbeid, verricht door de in het eerste lid bedoelde werknemers, gebonden wordt aan een na de overgang van de onderneming tot stand gekomen collectieve arbeidsovereenkomst dan wel op het tijdstip waarop de verkrijger ten aanzien van die arbeid krachtens een na de overgang genomen besluit tot verbindendverklaring op grond van artikel 2 van deze wet, verplicht wordt bepalingen van een collectieve arbeidsovereenkomst na te komen. De rechten en verplichtingen eindigen voorts zodra de werking der verbindendverklaring eindigt.