RAV 2017/63
Facebookmoord. Hebben ouders die q.q. en pro se hoofdelijk zijn veroordeeld tot vergoeding van de schade die hun zoon door het plegen van een moord heeft veroorzaakt, belang bij de uitkomst van een hoger beroep voor zover zij zich uitsluitend keren tegen de veroordeling pro se?
HR 21-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:757
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
16/01604
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS926592:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:757, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:47, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 03‑02‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑03‑2016
- Wetingang
Art. 1:245 lid 4, 3:303, 6:162, 6:164, 6:169 lid 2 BW
Essentie
Facebookmoord.
Hebben ouders die q.q. en pro se hoofdelijk zijn veroordeeld tot vergoeding van de schade die hun zoon door het plegen van een moord heeft veroorzaakt, belang bij de uitkomst van een hoger beroep voor zover zij zich uitsluitend keren tegen de veroordeling pro se?
Samenvatting
Eisers in cassatie zijn de ouders van een jongen die als hij veertien jaar is, een meisje vermoordt. De rechtbank heeft op vordering van de moeder van dat meisje, voor recht verklaard dat de ouders in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger (hierna “q.q.”) en voor zichzelf (hierna: “pro se”) hoofdelijk aansprakelijk zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.