V-N Vandaag 2024/146
Verwijzing inzake 'dividendstripping' door long stock/short future-belegger
HR 19-01-2024, ECLI:NL:HR:2024:49
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 januari 2024
- Zaaknummer
20/01884
- Vakgebied(en)
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Dividendbelasting / Voorwerp van belasting
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑01‑2024
ECLI:NL:HR:2024:49, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑01‑2024
ECLI:NL:PHR:2021:79, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑01‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑09‑2020
- Wetingang
Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 47)Algemene wet bestuursrecht (BWBR0005537, 8:29)Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 16)Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 52a)Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 52)Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (BWBR0002672, 25)
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat alleen als X bv zowel de rechtstreeks gerechtigde als de uiteindelijk gerechtigde tot het dividend is, slechts dan kan zij aanspraak maken op verrekening of teruggaaf van de dividendbelasting.
Samenvatting
X bv is onderdeel van een internationaal bankconcern. Haar enig aandeelhouder is een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde vennootschap (hierna: de moeder). Enig aandeelhouder van de moeder is een eveneens in het Verenigd Koninkrijk gevestigde vennootschap (hierna: de grootmoeder). X bv koopt AEX-aandelen (‘long stock’) en verkoopt beursgenoteerde termijncontracten (‘futures’) met betrekking tot deze aandelen (‘short future’). De aandelen worden uitgeleend (‘stock lending’) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.