Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1169/2011 verstrekking voedselinformatie aan consumenten, wijziging Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 en intrekking Richtlijnen 87/250/EEG, 90/496/EEG, 1999/10/EG, 2000/13/EG, 2002/67/EG en 2008/5/EG en Verordening (EG) nr. 608/2004
Bijlage I Specifieke definities
Geldend
Geldend vanaf 12-12-2011
- Bronpublicatie:
25-10-2011, PbEU 2011, L 304 (uitgifte: 22-11-2011, regelingnummer: 1169/2011)
- Inwerkingtreding
12-12-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2011, PbEU 2011, L 304 (uitgifte: 22-11-2011, regelingnummer: 1169/2011)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Informatierecht / Bijzondere onderwerpen
Informatierecht / Reclame
als bedoeld in artikel 2, lid 4
1
‘Voedingswaardevermelding’ of ‘voedingswaarde-etikettering’: informatie over:
- a)
de energetische waarde, of
- b)
de energetische waarde en alleen één of meer van de volgende nutriënten:
- —
vetten (verzadigde vetzuren, enkelvoudig onverzadigde vetzuren, meervoudig onverzadigde vetzuren);
- —
koolhydraten (suikers, polyolen, zetmeel);
- —
zout;
- —
vezels;
- —
eiwitten;
- —
alle vitaminen en mineralen, vermeld in bijlage XIII, deel A, punt 1, en aanwezig in significante hoeveelheden, als omschreven in bijlage XIII, deel A, punt 2.
2
‘Vetten’: alle lipiden, fosfolipiden inbegrepen.
3
‘Verzadigde vetzuren’: vetzuren zonder dubbele binding.
4
‘Transvetzuren’: vetzuren met één of meerdere niet-geconjugeerde (d.w.z. door ten minste één methyleengroep gescheiden) dubbele koolstof-koolstofbindingen in de transconfiguratie.
5
‘Enkelvoudig onverzadigde vetzuren’: vetzuren met één dubbele binding in de cisconfiguratie.
6
‘Meervoudig onverzadigde vetzuren’: vetzuren met twee of meer door een methyleengroep gescheiden dubbele bindingen in de cisconfiguratie.
7
‘Koolhydraten’: de koolhydraten die in het menselijk organisme worden gemetaboliseerd, met inbegrip van polyolen.
8
‘Suikers’: alle in voedsel aanwezige mono- en disachariden, met uitzondering van polyolen.
9
‘Polyolen’: alcoholen die meer dan twee hydroxylgroepen bevatten.
10
‘Eiwitten’: het eiwitgehalte berekend aan de hand van de volgende formule: eiwit = totaal Kjeldahl-stikstof × 6,25.
11
‘Zout’: het overeenkomstige zoutgehalte berekend aan de hand van de volgende formule: zout = natrium × 2,5.
12
‘Vezels’: koolhydraatpolymeren bestaande uit drie of meer monomere eenheden, die in de menselijke dunne darm niet verteerd en niet opgenomen worden en tot de volgende categorieën behoren:
- —
eetbare koolhydraatpolymeren die van nature voorkomen in levensmiddelen zoals die worden geconsumeerd;
- —
eetbare koolhydraatpolymeren die langs fysische, enzymatische of chemische weg uit grondstoffen voor levensmiddelen zijn verkregen en een gunstig fysiologisch effect hebben dat door algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens wordt gestaafd;
- —
eetbare synthetische koolhydraatpolymeren met een gunstig fysiologisch effect dat door algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens wordt gestaafd.
13
‘Gemiddelde waarde’: de waarde waardoor de hoeveelheid van een nutriënt in een bepaald levensmiddel het best wordt weergegeven en waarin tevens rekening is gehouden met seizoenschommelingen, consumptiepatronen en andere factoren waardoor de reële waarde kan variëren.