BNB 2018/169
Omkering bewijslast voor erfgenamen. Onschuldpresumptie na beëindiging strafzaak tegen erflater wegens overlijden
HR 06-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1106, m.nt. G.J.M.E. de Bont
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 juli 2018
- Magistraten
Mrs. Van Loon, Van Kalmthout, Faase
- Zaaknummer
17/03982
- Noot
G.J.M.E. de Bont
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929504:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Bewijs
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1106, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑07‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑07‑2018
- Wetingang
Art. 25 lid 3 en art. 27e AWR; art. 6 EVRM
Essentie
Omkering bewijslast voor erfgenamen. Onschuldpresumptie na beëindiging strafzaak tegen erflater wegens overlijden
Samenvatting
Naar A zijn strafrechtelijke onderzoeken gedaan (drugshandel). A is overleden voordat het onderzoek ter terechtzitting van de strafkamer in de zaak kon aanvangen. De Inspecteur heeft van de Officier van Justitie ten behoeve van de belastingheffing van A de informatie ontvangen die in het strafrechtelijk onderzoek was verkregen. A heeft voor de jaren 2007 tot en met 2010 geen inkomsten uit drugshandel aangegeven en geen aangifte gedaan voor het jaar 2009. Het Hof heeft geoordeeld dat de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard omdat A niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.