Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 178/2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden
Artikel 53 Noodmaatregelen betreffende uit de Gemeenschap afkomstige of uit een derde land ingevoerde levensmiddelen en diervoeders
Geldend
Geldend vanaf 21-02-2002
- Bronpublicatie:
28-01-2002, PbEG 2002, L 31 (uitgifte: 01-02-2002, regelingnummer: 178/2002)
- Inwerkingtreding
21-02-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-01-2002, PbEG 2002, L 31 (uitgifte: 01-02-2002, regelingnummer: 178/2002)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Wanneer blijkt dat een levensmiddel of diervoeder, van oorsprong uit de Gemeenschap of ingevoerd uit een derde land, waarschijnlijk een ernstig risico voor de gezondheid van mens, dier of milieu inhoudt en dat het risico niet op afdoende wijze kan worden beheerst met de door de betrokken lidstaten getroffen maatregelen, treft de Commissie volgens de procedure van artikel 58, lid 2, op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat, onverwijld een of meer van de volgende maatregelen, al naar gelang de ernst van de situatie:
- a)
in geval van levensmiddelen of diervoeders van oorsprong uit de Gemeenschap:
- i)
opschorting van het in de handel brengen of het gebruik van het betrokken levensmiddel;
- ii)
opschorting van het in de handel brengen of het gebruik van het betrokken diervoeder;
- iii)
vaststelling van bijzondere voorwaarden voor het betrokken levensmiddel of diervoeder;
- iv)
elke andere passende tijdelijke maatregel;
- b)
in geval van uit een derde land ingevoerde levensmiddelen of diervoeders:
- i)
opschorting van de invoer van het betrokken levensmiddel of diervoeder uit het desbetreffende derde land of uit een deel daarvan, en, waar van toepassing, uit het derde land van doorvoer;
- ii)
vaststelling van bijzondere voorwaarden voor het betrokken levensmiddel of diervoeder uit het betrokken derde land of een deel daarvan;
- iii)
elke andere passende tijdelijke maatregel.
2.
In dringende gevallen kan de Commissie evenwel de in lid 1 genoemde maatregelen voorlopig aannemen, na de betrokken lidstaat of lidstaten te hebben geraadpleegd en de overige lidstaten daarvan in kennis te hebben gesteld.
De genomen maatregelen worden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen tien werkdagen, volgens de procedure van artikel 58, lid 2, bevestigd, gewijzigd, ingetrokken of verlengd. De redenen voor het besluit van de Commissie worden onverwijld openbaar gemaakt.