Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1321/2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 06-01-2015
- Bronpublicatie:
26-11-2014, PbEU 2014, L 362 (uitgifte: 17-12-2014, regelingnummer: 1321/2014)
- Inwerkingtreding
06-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2014, PbEU 2014, L 362 (uitgifte: 17-12-2014, regelingnummer: 1321/2014)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
(Voor de EER relevante tekst)
(Herschikking)
Verordening van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (1) en met name de artikelen 5, lid 5, en 6, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Verordening (EG) nr. 2042/2003 van de Commissie van 20 november 2003 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (2) is diverse malen ingrijpend gewijzigd (3). Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, moet ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van deze richtlijn worden overgegaan.
- (2)
Verordening (EG) nr. 216/2008 legt gemeenschappelijke essentiële eisen voor een hoog en uniform niveau van veiligheid in de burgerluchtvaart en de daarmee verband houdende milieubescherming vast; de Commissie dient de voor een uniforme toepassing noodzakelijke uitvoeringsvoorschriften vast te stellen; de verordening voorziet in de oprichting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna het ‘Agentschap’ genoemd) dat de Commissie bijstand moet verlenen bij de ontwikkeling van dergelijke uitvoeringsvoorschriften.
- (3)
Het is noodzakelijk technische voorschriften vast te stellen en gemeenschappelijke administratieve procedures in te stellen om de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, onderhevig aan Verordening (EG) nr. 216/2008, te waarborgen.
- (4)
De organisaties en personen, belast met het onderhoud van producten, onderdelen en uitrustingsstukken, moeten zich conformeren aan bepaalde technische voorschriften teneinde aan te tonen dat zij beschikken over de mogelijkheden en de middelen om zich te kwijten van de verantwoordelijkheden die aan hun rechten verbonden zijn. De Commissie dient maatregelen vast te stellen om de voorwaarden te specificeren voor het uitgeven, behouden, wijzigen, schorsen of intrekken van certificaten die getuigen van een dergelijke conformiteit.
- (5)
Om uniformiteit in de toepassing van gemeenschappelijke technische voorschriften op het gebied van permanente luchtwaardigheid van luchtvaartonderdelen en -uitrustingsstukken te kunnen waarborgen, dienen de bevoegde autoriteiten gemeenschappelijke procedures voor het beoordelen van de naleving van voornoemde voorschriften onvoorwaardelijk te volgen; het Agentschap dient derhalve specificaties voor certificering te ontwikkelen teneinde de noodzakelijke uniformiteit in de regelgeving te bevorderen.
- (6)
Het is noodzakelijk het behoud van de geldigheid van certificaten te erkennen, die vóór de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 2042/2003 zijn afgegeven, in overeenstemming met artikel 69 van Verordening (EG) nr. 216/2008.
- (7)
Artikel 5 van Verordening (EG) nr. 216/2008 met betrekking tot luchtwaardigheid is uitgebreid om de elementen van de evaluatie van de operationele geschiktheid op te nemen in de uitvoeringsregels voor typecertificering.
- (8)
Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (het Agentschap) was van oordeel dat Verordening (EU) nr. 748/2012(4) van de Commissie moest worden gewijzigd om het Agentschap de mogelijkheid te bieden als onderdeel van het typecertificeringsproces gegevens betreffende operationele geschiktheid te valideren.
- (9)
In de gegevens betreffende operationele geschiktheid moeten aspecten worden opgenomen inzake de verplichte opleiding voor certificeringspersoneel op het gebied typebevoegdverklaring. Die aspecten moeten de basis vormen voor de ontwikkeling van opleidingen over specifieke luchtvaarttypen.
- (10)
In de eisen inzake de opstelling van opleidingen voor certificeringspersoneel op het gebied van typebevoegdverklaring moet een verwijzing naar de gegevens betreffende oeprationale[lees: operationele] geschiktheid worden opgenomen.
- (11)
Het Agentschap heeft met betrekking tot de gegevens betreffende operationele geschiktheid een ontwerp van uitvoeringsregels opgesteld en overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008 als advies (5) ingediend bij de Commissie.
- (12)
De in deze verordening voorziene maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (6), ingesteld bij artikel 65, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.
PB L 315 van 28.11.2003, blz. 1.
PB L 224 van 21.8.2012, blz. 1.
Advies nr. 07/2011 van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart van 13 december 2011, beschikbaar op http://easa.europa.eu/agency-measures/opinions.php
Advies van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart van 23 september 2003.