TRA 2012/77
Er zijn nauwelijks nog gronden voor matiging van loonvorderingen na een vernietigde opzegging op staande voet.
HR 01-06-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7347, m.nt. Mr. D.J. Buijs
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 juni 2012
- Zaaknummer
11/02579
- Noot
Mr. D.J. Buijs
- LJN
BV7347
- JCDI
JCDI:ADS253048:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BV7347, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑06‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BV7347, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑06‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑05‑2011
- Wetingang
art. 7:680a BW
Essentie
Er zijn nauwelijks nog gronden voor matiging van loonvorderingen na een vernietigde opzegging op staande voet.
Uitspraak
Feiten
Castro heeft van 1 juli 2006 tot 18 juni 2007 gewerkt in de tandartspraktijk van Braga. Het is onduidelijk gebleven wat haar functie was en ook de loonafspraken zijn ongewis. Braga heeft Castro op staande voet ontslagen op grond van redenen die, ook al zouden ze zijn komen vast te staan, hoogstens aanleiding hadden kunnen zijn voor een waarschuwing, maar zeker niet voor ontslag op staande voet, aldus het hof in hoger beroep. De kantonrechter achtte het ontslag op staande voet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.