AB 2020/252
Vertrouwensbeginsel. Gerechtvaardigd vertrouwen contra legem op toezegging wethouder. Belangenafweging en compensatie bij vervolgbesluit.
ABRvS 12-02-2020, ECLI:NL:RVS:2020:1278, m.nt. C.N.J. Kortmann
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
12 februari 2020
- Magistraten
Mr. B.P.M. van Ravels
- Zaaknummer
201805354/3/A1
- Noot
C.N.J. Kortmann
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS203498:1
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingsvergunning
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Bestuursrecht algemeen / Voorbereiding
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2020:1278, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 12‑02‑2020
- Wetingang
Essentie
Opposant mocht gerechtvaardigd vertrouwen op de verklaring van de wethouder. Het college moet op basis van een belangenafweging opnieuw beslissen op het bezwaarschrift tegen de omgevingsvergunning. Wordt deze herroepen, dan moet het college onderzoeken of aan opposant enige vorm van compensatie moet worden geboden.
Samenvatting
Opposant legt in verzet een verklaring over van de wethouder ruimtelijke ordening, waarin het volgende staat: "Hierbij laat ik u weten dat de gemeente vanaf het begin de mening was toegedaan dat u kon herbouwen, alsmede iets vergroten. Als toenmalig wethouder (vanaf 2010 tot 14 augustus 2016) heb ik mij destijds ambtelijk goed ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.