RvdW 2014/650
Interregionaal recht; art. 38 lid 3 Statuut; interregionale bevoegdheid rechter i.g.v. verzoek tot nihilstelling alimentatie; overeenkomstige toepassing IPR-bevoegdheidsrecht; voorrang verdragen en EU-verordeningen in interregionale gevallen. Overeenkomstige toepassing Verordening (EG) nr. 4/2009 (Alimentatieverordening); art. 8 lid 1 Alimentatieverordening inzake bevoegde rechter bij wijziging alimentatiebeslissing; belangen onderhoudsgerechtigde.
HR 02-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1063
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 mei 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/04255
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1063, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑05‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:183, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑09‑2013
- Wetingang
Essentie
Interregionaal recht; art. 38 lid 3 Statuut; interregionale bevoegdheid rechter i.g.v. verzoek tot nihilstelling alimentatie; overeenkomstige toepassing IPR-bevoegdheidsrecht; voorrang verdragen en EU-verordeningen in interregionale gevallen. Overeenkomstige toepassing Verordening (EG) nr. 4/2009 (Alimentatieverordening); art. 8 lid 1 Alimentatieverordening inzake bevoegde rechter bij wijziging alimentatiebeslissing; belangen onderhoudsgerechtigde.
Op grond van art. 38 lid 3 Statuut voor het Koninkrijk kunnen bij rijkswet regels worden gesteld omtrent privaatrechtelijke onderwerpen van interregionale aard, indien omtrent deze regels overeenstemming tussen de regeringen van de betrokken landen bestaat. Een regeling bij rijkswet van de rechterlijke bevoegdheid in privaatrechtelijke zaken van interregionale ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.