RI 2015/7
Verliest een curator die een slechts gedeeltelijk nagekomen aannemingsovereenkomst niet gestand doet ingevolge art. 37 lid 1 Fw het recht om nakoming te vorderen van de verplichting tot betaling voor de door gefailleerde voor de faillissementsdatum daadwerkelijk verrichte werkzaamheden, terzake waarvan op faillissementsdatum de in de aannemingsovereenkomst overeengekomen betalingstermijnen (nog) niet opeisbaar waren? (Appellanten/Van Logtestijn qq)
Hof 's-Hertogenbosch 30-09-2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:3890
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
30 september 2014
- Magistraten
Mrs. P.M. Arnoldus-Smit, E.K. Veldhuijzen van Zanten, J. van der Steenhoven
- Zaaknummer
HD 200.116.491/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS919470:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2015:1057, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 24‑03‑2015
ECLI:NL:GHSHE:2014:3890, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 30‑09‑2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:751, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 18‑03‑2014
- Wetingang
Art. 37 Fw
Essentie
Voornemen tot prejudiciële vraag aan de Hoge Raad.
Verliest een curator die een slechts gedeeltelijk nagekomen aannemingsovereenkomst niet gestand doet ingevolge art. 37 lid 1 Fw het recht om nakoming te vorderen van de verplichting tot betaling voor de door gefailleerde voor de faillissementsdatum daadwerkelijk verrichte werkzaamheden, terzake waarvan op faillissementsdatum de in de aannemingsovereenkomst overeengekomen betalingstermijnen (nog) niet opeisbaar waren?
Samenvatting
De curator heeft een procedure aangespannen tegen diverse partijen tot betaling van door het failliete bouwbedrijf X uitgevoerde werkzaamheden. De curator heeft aan zijn vorderingen ten grondslag gelegd dat appellanten een betalingsverplichting uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.