NJB 2018/1051:Aanbesteding. Duidelijk grensoverschrijdend belang. Samenhang met HR 18 mei 2018, 16/06247 en 17/00170, ECLI:NL:HR:2018:722, hiervóór afgedrukt. Bij het sluiten van concessieovereenkomsten voor diensten (zoals in dit geval voor de exploitatie van rechten tot het plaatsen van buitenreclame in Eindhoven) moeten de Europeesrechtelijke beginselen van aanbestedingsrecht in acht worden genomen indien sprake is van een duidelijk grensoverschrijdend belang. Is daar in het onderhavige geval sprake van? Het hof acht dat niet aannemelijk gemaakt. Hoge Raad: Gelijke vooropstelling als in HR 18 mei 2018, 16/06247 en 17/00170, ECLI:NL:HR:2018:722, hiervóór afgedrukt. Niet valt in te zien dat de procespartij die zich op het standpunt stelt dat sprake is van een duidelijk grensoverschrijdend belang, zou moeten uiteenzetten waarom ondernemingen uit andere lidstaten daadwerkelijk geïnteresseerd zullen of kunnen zijn. Het arrest van het hof wordt vernietigd