NJB 2022/2397
In een hulpeloze toestand ‘brengen of laten’ art. 255 Sr en verjaring art. 71 Sr: in casu onjuist oordeel dat het aan de verdachte tenlastegelegde niet is verjaard, omdat sprake is van ‘een doorlopende overtreding’ van art. 255 Sr. Voor het misdrijf van art. 255 Sr geldt dat het in hulpeloze toestand brengen of laten van meerdere personen tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging de verdachte krachtens wet of overeenkomst verplicht is, ten aanzien van elk van die personen een zelfstandige vervulling van de delictsomschrijving en dus meerdere delicten oplevert.
HR 11-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1410
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
20/03617
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1410, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:716, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑08‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑09‑2021
- Wetingang
Essentie
In een hulpeloze toestand ‘brengen of laten’ art. 255 Sr en verjaring art. 71 Sr: in casu onjuist oordeel dat het aan de verdachte tenlastegelegde niet is verjaard, omdat sprake is van ‘een doorlopende overtreding’ van art. 255 Sr. Voor het misdrijf van art. 255 Sr geldt dat het in hulpeloze toestand brengen of laten van meerdere personen tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging de verdachte krachtens wet of overeenkomst verplicht is, ten aanzien van elk van die personen een zelfstandige vervulling van de delictsomschrijving en dus meerdere delicten oplevert. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.