NJB 2023/139:Schriftelijk verweer verdachte dat niet ter terechtzitting uitdrukkelijk is voorgedragen: geen rechtsregel verplicht de rechter daarop te beslissen. Het vereiste van de uitdrukkelijke voordracht dient de helderheid van de procesvoering en geeft houvast over wat is aangevoerd aan de rechter, de verdediging en het OM, terwijl zo ook wordt gewaarborgd dat het OM in de gelegenheid wordt gesteld zich ter terechtzitting over dergelijke verweren uit te laten. In casu kon het hof het door de raadsman op de terechtzitting aangevoerde verweer opvatten als een beroep op art. 10 EVRM en er daarbij vanuit gaan dat het niet een beroep op art. 261 lid 3 Sr betrof. A-G: anders.