NJB 2014/1278:Ontbinding. Contractuele ontbindingsbevoegdheid. Wettelijke ontbindingsbevoegdheid. Tussen een perceeleigenaar en een ontwikkelaar van landgoederen wordt een overeenkomst gesloten met een uitkoopbeding, volgens welke de perceeleigenaar de overeenkomst kan ontbinden tegen betaling van € 200.000 wegens gederfde projectwinst. De perceeleigenaar maakt gebruik van zijn wettelijke ontbindingsbevoegdheid wegens een tekortkoming van de landgoedontwikkelaar. Het hof oordeelt dat de ontstane situatie ‘materieel niet verschilt’ van de situatie waarin de perceeleigenaar gebruik zou hebben gemaakt van zijn contractuele ontbindingsbevoegdheid. HR: Het oordeel van het hof is onbegrijpelijk